Het elektronische handelsverkeer heeft de afgelopen jaren een grote vlucht genomen. Daarbij is evenwel gebleken dat een betrouwbare identificatie van de wederpartij een knelpunt vormt. Ter waarborging van de zekerheid in het elektronisch handelsverkeer wordt dan ook regelmatig gebruik gemaakt van de diensten van zogenaamde trusted third parties (TTP's). Door TTP's worden uiteenlopende diensten geleverd als timestamping, sleutelbeheer en certificatenbeheer en -verstrekking. In deze laatste hoedanigheid van certification authority (ook wel certificeringsaanbieder genoemd) voorziet de TTP publieke sleutels van een digitaal certificaat, waarmee een via het elektronisch handelsverkeer handelende partij (grotere) zekerheid krijgt over de identiteit van de wederpartij. TTP's zijn daarmee van vitale betekenis voor het vertrouwen in het elektronisch handelsverkeer en de verdere ontwikkeling daarvan.
Tussen TTP en certificaathouder bestaat een gebruikersovereenkomst; in deze overeenkomst is een contractuele beperking van de aansprakelijkheid van de TTP opgenomen. Op de relatie tussen TTP en certificaathouder is, het uitgangspunt 'wat off-line geldt, geldt on-line' indachtig, het overeenkomstenrecht in volle omvang van toepassing, inclusief de door het recht aan de contractsvrijheid gestelde beperkingen.
Juridisch gecompliceerder is de relatie tussen de TTP en de wederpartij die, in vertrouwen op de juistheid en betrouwbaarheid van het certificaat, met de certificaathouder heeft gecontracteerd. Indien vast komt te staan dat de TTP het certificaat ten onrechte heeft verleend, rijst de vraag of de wederpartij de ontstane schade kan verhalen op de TTP. De vraag lost zich naar Nederlands recht op in de vraag of de TTP ten opzichte van de wederpartij onrechtmatig heeft gedragen door het certificaat toe te kennen dan wel niet in te trekken. Dat de aansprakelijkheid van de TTP de vorm van een delictuele aansprakelijkheid heeft gekregen, is evenwel niet geheel vanzelfsprekend nu de dienstverlening van de TTP juist plaatsvindt met het oog op de belangen van 'derden'. In sommige van de ons omringende landen - met name kan hierbij worden gedacht aan het Duitse recht - is hieruit de conclusie getrokken dat de gebruikersovereenkomst tussen TTP en certificaathouder doorwerkt in de relatie tussen TTP en derde, waardoor enerzijds de derde onder omstandigheden een beroep toekomt op de contractuele rechten uit de gebruikersovereenkomst, terwijl anderzijds de TTP een beroep kan doen op de hem ter beschikking staande contractuele verweermiddelen.
In het onderzoeksproject staat daarom de relatie tussen TTP en de 'derde' centraal. Op functionele wijze - derhalve ongeacht de vraag of een eventuele vordering van delictuele of contractuele aard is - zal worden onderzocht in welke mate de TTP aansprakelijk ten opzichte van de derde is. Daartoe zal worden onderzocht: welke zorgplichten de TTP ten opzichte van derden in acht dient te nemen, welke derden door dergelijke zorgplichten beschermd dienen te worden, en in hoeverre dergelijke derden recht op schadevergoeding hebben indien de TTP in de nakoming van deze zorgplichten tekortschiet.
In eerder onderzoek zijn de volgende algemene gezichtspunten gevonden voor het aannemen van zorgplichten ten opzichte van derden: oefent de dienstverlener een publieke taak uit, of heeft een derde in een concrete situatie vertrouwd op de door de dienstverlener geleverde prestatie, terwijl de dienstverlener op grond van de aard van de dienstverlening wist of behoorde te weten dat de dienst (mede) met het oog op de belangen van die derde werd geleverd, dan dient de dienstverlener zich deze belangen aan te trekken, bij gebreke waaraan hij aansprakelijk kan zijn ten opzichte van die derde.
In het uit te voeren onderzoek zal daarom voorts worden bezien of de aansprakelijkheid van de TTP kan worden ingepast in deze algemene criteria. Ten slotte zal worden bekeken of de wijze waarop de aansprakelijkheid thans is geregeld dan wel naar verwachting door de rechter zal worden ingevuld, zich verdraagt met de maatschappelijke taak die aan de TTP is toebedeeld en de wenselijke rechtspositie van de TTP.
Voor de beantwoording van de hier opgeworpen vragen zal gebruik worden gemaakt van de rechtsvergelijkende methode, waarbij overwegend zal worden gekozen voor de functionele variant. Het onderzoek zal in twee�rlei opzicht rechtsvergelijkend van aard zijn: enerzijds zal uitgebreid aandacht worden besteed aan de aansprakelijkheid van TTP's ten aanzien van derden naar Nederlands, Amerikaans en Duits recht, anderzijds zal een vergelijking worden gemaakt met de aansprakelijkheid van notarissen en accountants ten opzichte van derden.