Algemene situering van het onderzoeksproject:
De laatmoderne cultuur is voor een belangrijk deel te karakteriseren als een hoog-technologische cultuur. Het onderzoek zal de laatmoderne cultuur vanuit dit technische opzicht in beschouwing nemen. Bij dit `technische aspect� van de laatmoderne cultuur moet men een onderscheid maken tussen a) de techniek in engere zin, c.q. de proliferatie van `procedures, machines en apparaten� in de leefwereld en de maat-schappelijke gevolgen daarvan bijv. op het gebied van zorg, arbeid, onderwijs, multi-culturaliteit, etc, en b) de techniek in brede zin, c.q. de vertechnisering van het den-ken en handelen ook in andere domeinen dan de specifiek technische: bijvoorbeeld een politiek die zichzelf begrijpt als regulerend probleemoplossen, pro-ceduralisering van de ethiek, wetenschap als kennisproductie (`kenniseconomie�), etc.
Binnen de kaders van de laatmoderne/hoogtechnologische cultuur in bovenstaande zin lijken christelijke religieuze overtuigingen, hun klassieke theologische en wijsgerige argumentaties, alsmede de waarheidsaanspraken van die overtuigingen en ar-gumentaties in hoge mate te zijn gemarginaliseerd. Dit geldt zowel voor de interesse in het object van die overtuigingen en argumentaties, als voor de plausibiliteit van die overtuigingen en de geldigheid van die argu-mentaties.
Dit laatste is het onderwerp van tal van historische, cultuurfilosofische en sociologische studies die hun weg hebben gevonden in de theologische reflectie, zonder dat daarbij evenwel aan de techniekfilosofie een specifieke rol werd toegekend. Anderzijds is de techniekfilosofie � met uitzondering van idee�n van Heidegger, Habermas en Ellul � vaak te gemakkelijk voorbij gegaan aan haar relevantie voor levens.
Centrale vraagstelling van het project:
In het onderzoek worden techniekfilosofie, metafysica en godsdienstfilosofie op elkaar betrokken, rond enkele centrale vragen:
a. welke verbanden kunnen er gelegd worden tussen de vertechnisering van de laatmoderne cultuur en ontwikkelingen als secularisering, fragmente-ring, individualisering? Het gaat daarbij mede om een kritische evaluatieve herneming van een aantal voorstellen die dienaangaande reeds gedaan zijn (rationalisering, onttovering, realisering van de menselijke autonomie, etc. aan de hand van auteurs als G. Anders, J. Ellul, A. Gehlen, J. Haber-mas, M. Heidegger, H. Jonas, L. Mumford, e.a.), vanuit het perspec-tief van de rol van de techniek als mogelijkheidsvoorwaarde van de geesteswe-tenschappen in het algemeen.
b. Welke openheid naar transcendentie is een eigen mogelijkheid binnen de hoogtechnologische cultuur, en hoe verhoudt die zich tot de waarheids-aanspraak van het christendom?
Beoogde publicaties:
een aantal, deels Engelstalige, artikelen en tenminste een monografie.