In het onderzoek worden twee hoofdvragen gesteld:
1. Op welke criteria moet een adequate taxonomie van coherentierelaties gebaseerd zijn?
2. Hoe ligt de relatie tussen de intentionele structuur van een tekst en de coherentierelaties?
Het onderzoek naar de eerste vraag heeft geleid tot een mogelijk antwoord door aan de hand van de connectieven hoewel en omdat een hypothese te ontwikkelen die stelt dat dergelijke connectieven presuppositiedragend zijn. Deze hypothese kan worden ingepast in een theorie over coherentierelaties. Een dergelijke theorie is bepalend voor discoursestructuur, maar hoe precies is nog onduidelijk: verschillende theori?en over discoursestructuur laten verschillende resultaten zien.