De overeenkomst tot realisatie van een woning behoort waarschijnlijk tot de belangrijkste overeenkomsten die een consument in zijn leven zal aangaan. Bij de uitvoering van zo'n overeenkomst kan er van alles misgaan: De woning wordt niet op tijd voltooid, de geleverde kwaliteit blijkt af te wijken van het verwachtingspatroon van de consument of de realisatie blijkt duurder uit te vallen dan vooraf was voorzien. Ook is denkbaar dat er problemen ontstaan als gevolg van een tussentijds faillissement van de bouwer. Dit zijn allemaal problemen die zich in de praktijk van de woningbouw regelmatig voordoen, waarbij tal van oorzaken vallen aan te wijzen. Het recht zal nimmer in staat zijn deze oorzaken volledig uit te bannen: Bouwprocessen - in het bijzonder de samenwerking tussen deelnemers aan die processen - kunnen weliswaar tot op zekere hoogte worden gestandaardiseerd, maar zullen altijd complexe aangelegenheden blijven, die steeds weer opnieuw moeten worden afgewikkeld binnen unieke en veranderende omgevingen. Dat neemt niet weg dat de eerder genoemde problemen in concrete gevallen belangrijke economische gevolgen kunnen hebben voor consumenten. Het is derhalve wenselijk dat met behulp van het recht kan worden bewerkstelligd dat die problemen zoveel mogelijk worden voorkomen en dat, als ze zich toch voordoen, de gevolgen daarvan zo goed mogelijk worden afgewikkeld.
In dit project wordt door middel van rechtsvergelijkend onderzoek geprobeerd een ideaalmodel te ontwikkelen, op basis waarvan concrete regels zullen worden ontwikkeld die ten grondslag zouden moeten liggen aan rechtsverhoudingen tussen consumenten-opdrachtgevers en bouwers van woningen. De gedachte is om in dat ideaalmodel niet alleen de traditionele 'harde' rechten en plichten van consumenten en bouwers te belichten, maar ook oog te hebben voor de ontwikkeling van instrumenten die consumenten en bouwers prikkelen tot informatie-uitwisseling, communicatie en het aannemen van een pro-actieve houding, alles met het oog op het tijdig signaleren, voorkomen en afwikkelen van problemen zoals hierboven genoemd.
Het onderzoek zal worden uitgevoerd door een promovendus, waarbij in beginsel de methode zal worden gevolgd die eerder is toegepast bij vergelijkbaar onderzoek dat binnen het Centrum voor Aansprakelijkheidsrecht is uitgevoerd (Jansen 1998; Jansen 2001). De resultaten van het onderzoek zullen worden gepubliceerd door middel van een dissertatie.