Vooral commerci�le partijen, bijvoorbeeld in dienstverleningsrelaties, hebben baat bij een adequaat stelsel van conflictpreventie en conflicthantering. Daarvoor is allereerst een goed functionerend stelsel van geschiloplossing buiten rechte vereist. Maar ook als de condities voor een betere geschiloplossing buiten rechte zouden verbeteren, blijven er geschillen die toch zullen worden uitgeprocedeerd, ofwel bij de civiele rechter ofwel voor een arbitraal college. Een goede aansluiting bij datgene wat al in onderhandelingen is bereikt, is dan een eerste vereiste. Onlangs is er al uitgebreid onderzoek gedaan naar de manier waarop partijen binnen de huidige regeling van de niet-nakoming en het procesrecht hun geschillen oplossen (Barendrecht en Van Beukering-Rosmuller 2000). Voor de gesignaleerde knelpunten zijn vele voorstellen voor verbetering gedaan. In dat kader zijn ook al contouren geschetst voor hoe een moderne conflictoplossende procesgang bij de civiele overheidsrechter er uit zou kunnen zien. In die procedure zouden partijen samen met de rechter naar een oplossing moeten toegroeien, en beslist de rechter alleen dan eenzijdig als partijen er echt niet zelf uitkomen.
Thema's voor vervolgonderzoek zijn onder meer de volgende. Ten eerste de verspreiding van 'know-how' over geschiloplossing, waarbij vooral moet worden gedacht aan niet-bindende 'spelregels', die partijen ondersteunen bij het onderhandelen en die hen aangeven welke 'do's'en 'don't's' daarvoor in ieder geval gelden. Een ander thema is: 'diminishing error costs', de beheersing van in het rechtssysteem gemaakte fouten, niet alleen via preventie maar ook via een effici�nte correctie van fouten. Bij dit onderzoek zal worden samengewerkt met CentER, in het kader van het Globus programma 'Law & Economics'.
Het onderzoeksproject zal zich ook richten op het volgende. Bij commerci�le geschillen, onder meer in het kader van de bouw en in vervoersrechtelijke relaties, is ook arbitrage een gebruikelijke wijze van geschilbeslechting. Behalve voordelen kent arbitrage echter ook nadelen. Voor een deel zijn dat dezelfde fundamentele gebreken als aan de civiele (overheids)procedure kleven, zoals de relatief vaak nog lange duur, hoge kosten, een zeker formalisme en te weinig aandacht voor consensus. Vooral ook voor geschillen in duurrelaties is de conventionele arbitrale procedure niet altijd ideaal, omdat zij polariserend kan werken. Dit kan een nog lopende relatie sterk onder druk zetten, of, als de relatie inmiddels is ge�indigd, een effici�nte en rechtvaardige afwikkeling daarvan bemoeilijken.
Onderzocht zal worden hoe genoemde bezwaren het beste kunnen worden ondervangen, zonder daarbij de waardevolle elementen van de conventionele arbitrale procedure uit het oog te verliezen. Vertrekpunt is dat het wettelijke kader de mogelijkheid biedt voor een flexibele en geconcentreerde arbitrale procesgang. Onderzocht zal worden of die flexibiliteit de mogelijkheid biedt voor een inrichting van de procedure overeenkomstig de moderne inzichten van geschiloplossing. Daarbij zal ook worden gekeken of er een aansluiting kan plaatsvinden bij de ontwikkelingen in het kader van de modernisering van de civiele (overheids)rechtspraak.
Anderzijds biedt de arbitrale procedure meer dan de civiele overheidsprocedure de mogelijkheid tot inbouw van een 'mediationvenster'. Ook via die weg zouden moderne conflicthanteringsmethoden meer in de arbitrale procedure kunnen doordringen. De arbitrale praktijk is al enigszins bekend met die inbouw. De thans wel gebruikte 'med-arb'-procedure kent echter een aantal bezwaren, waarbij vooral de niet controleerbaarheid van hoor en wederhoor een knelpunt is. De afwezigheid van die controlemogelijkheid kan voor de rechter een reden zijn voor weigering van een exequatur. Gezocht zal worden naar een methode voor inbouw van mediation, waarbij dat knelpunt niet optreedt. Een 'mediationvenster' kan voor het oplossen van geschillen in commerci�le duurrelaties een aantrekkelijke optie zijn. In dat 'venster' zouden partijen, met behulp van een derde, zoveel mogelijk het patroon van integratieve onderhandelingen kunnen volgen om zelf tot een oplossing van het conflict te komen. De juridische 'back up' blijft bij het actief zijn van deze mediationfase (tijdelijk) op de achtergrond, of kan ondersteunend werken. De bedoeling daarvan is dat partijen zoveel mogelijk zelf tot een oplossing met maximale gemeenschappelijke winst komen, waarbij eenzijdige beslissingen van een derde zoveel mogelijk worden beperkt.
De resultaten van dit onderzoek zullen worden gepubliceerd door middel van artikelen, waaronder minimaal twee internationale publicaties.