Het verbod van marktmanipulatie van de richtlijn marktmisbruik is mede uit bewijsrechtelijke overwegingen ruim opgezet. Het omvat daardoor ook gedragingen die tot de gebruikelijke en aanvaardbare gang van zaken van het effectenverkeer worden gerekend. In de rechtspleging over deze verbodsbepaling zullen de uitzonderingen waarmee dergelijk gedrag buiten de verbodsbepaling kan worden gehouden, van groot belang worden. Tegen deze achtergrond wordt onderzocht of de Nederlandse verbodsbepaling inzake marktmanipulatie een juiste omzetting vormt van de richtlijn marktmisbruik en of er (procesrechtelijke) redenen zijn voor uitbreiding en/of specificatie van de excepties op de verbodsbepaling.