Beleid over de onzakelijke lening

Frank Elsweier, Rob Boltjes

Research output: Contribution to journalArticleScientific

Abstract

Het leerstuk van de onzakelijke lening heeft een enorme reikwijdte. De problematiek kan spelen in de inkomstenbelasting, als bijvoorbeeld een
directeur-grootaandeelhouder (hierna: dga) een lening heeft verstrekt aan zijn eigen bv, maar ook in de vennootschapsbelasting als bijvoorbeeld
leningen zijn verstrekt aan groepsvennootschappen. De Hoge Raad heeft het leerstuk van de onzakelijke lening nader ingevuld. Vanaf 2008 zijn er alleen al ruim dertig Hoge Raad-arresten over dit leerstuk verschenen en het einde is nog niet in zicht. 1 Tot op heden heeft de wetgever niet wettelijk ingegrepen en er zijn ook geen voortekenen dat de wetgever dat spoedig zal doen. De staatssecretaris van Financiën heeft zich dus tot op heden niet als medewetgever uitgelaten over de onzakelijke leningenproblematiek. De bewindsman heeft dat wel gedaan als uitvoerder van de belastingwet in diverse beleidsbesluiten,
namelijk in het:
- Verzamelbesluit resultaat overige werkzaamheden;
2 Verzamelbesluit aanmerkelijk belang;
3 Aanpassing fiscale eenheid besluit;
4 Besluiten over fusie en splitsing;
5 Verrekenprijsbesluit 2022.
6 In deze bijdrage zetten wij in de desbetreffende paragrafen de meningen van de staatssecretaris uit de hierboven genoemde besluiten uiteen, gevolgd door eventuele meningen uit de literatuur en van onze kant. We beginnen echter met
een korte uiteenzetting van (de stand van zaken van) de onzakelijke lening.
Original languageDutch
Article numberWPNR 2022/7395
Pages (from-to)917-928
JournalWPNR: Weekblad voor privaatrecht, notariaat en registratie
Volume2022
Issue numberWPNR 2022/7395
Publication statusPublished - 17 Dec 2022

Keywords

  • Onzakelijke lening

Cite this