Abstract
People with severe mental illness (SMI) often experience significant challenges in their daily lives. In addition to the impact of their mental illness, they face social exclusion, discrimination and an increased risk of victimization. This has a negative effect on their self-esteem and well-being. This dissertation focuses on the relationship between victimization, discrimination and social participation of people with SMI.
To better understand these issues, we examined patterns of victimization and social participation and developed a new intervention: the Victoria intervention. This intervention supports professionals in recognizing discouraging experiences and assisting clients in balancing risk-taking and safety in participation. It incorporates positive risk management, emphasizes clients’ narratives and strengths, and increases awareness of unsafe (home) environments. The intervention consists of four steps:
1. Identifying discouraging factors in participation.
2. Discussing negative participation experiences.
3. Gaining insight into the context of these experiences.
4. Determining future-oriented steps, ranging from trauma screening to participation planning.
Using latent class analysis, we examined whether subgroups could be distinguished based on victimization, discrimination, participation, and also offending behavior. This analysis identified three groups:
1. A group with relatively high social participation and low victimization.
2. A group that experienced frequent discrimination and received limited social support.
3. A group with both high victimization and offending behavior, characterized by additional psychosocial problems.
These findings highlight the need for tailored rehabilitation approaches, ensuring interventions are better aligned with the specific needs of different subgroups.
The effectiveness of the intervention was evaluated in a large-scale study. Although no direct reduction in victimization was observed, clients reported feeling more acknowledged in their struggles and supported in their recovery process. In both the intervention and control group, perceived discrimination increased, possibly due to heightened awareness. However, the Victoria Intervention had a moderating effect, helping clients cope more effectively with these experiences.
The implementation process was examined through a process evaluation. Findings revealed that both professionals and clients considered discussions on victimization important, as these conversations fostered acknowledgment and support. However, professionals indicated that they did not always fully implement the intervention, primarily due to high workloads and time constraints. Additionally, concerns about triggering negative emotions in clients led to hesitation in using the intervention.
This dissertation underscores the importance of structurally addressing victimization in treatment and making it a more open topic of discussion. By integrating a positive risk-taking approach, clients are given the opportunity to take risks that contribute to personal growth and social participation. The results suggest that a broader societal approach—centering on inclusion, social support, and cross-sector collaboration—is necessary to effectively enhance social participation.
__
Mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA) ervaren vaak grote uitdagingen in hun dagelijks leven. Naast de impact van hun psychische aandoening hebben zij te maken met sociale uitsluiting, discriminatie en een verhoogd risico op slachtofferschap. Dit heeft een negatief effect op hun zelfvertrouwen en welzijn. Dit proefschrift richt zich op de relatie tussen slachtofferschap, discriminatie en maatschappelijke participatie van mensen met EPA.
Om deze problematiek beter te begrijpen, hebben we patronen van slachtofferschap en maatschappelijke participatie onderzocht en een nieuwe interventie ontwikkeld: de Victoria-interventie.Deze interventie ondersteunt professionals bij het herkennen van ontmoedigende ervaringen en het helpen van cliënten om een balans te vinden tussen risico’s nemen en veiligheid bij participatie. Hij omvat positief risicomanagement, focust op het verhaal en de sterke kanten van cliënten, en bewustwording van onveilige (thuis)omgevingen, en bestaat uit vier stappen:
1. Onderzoeken van ontmoedigende factoren bij participatie.
2. Bespreken van negatieve ervaringen met participatie.
3. Inzicht krijgen in de context van deze ervaringen.
4. Bepalen van toekomstgerichte stappen, variërend van traumascreening tot participatieplannen.
Door middel van een latente klassenanalyse onderzochten we of er subgroepen zijn te onderscheiden op slachtofferschap, discriminatie, participatie, maar ook daderschap. Hier kwamen drie groepen uit.
1. Een groep met relatief hoge maatschappelijke participatie en weinig slachtofferschap.
2. Een groep die vaker discriminatie ervoer en minder sociale steun kreeg.
3. Een groep met zowel veel slachtofferschap als daderschap, gekenmerkt door bijkomende psychosociale problemen.
Deze bevindingen onderstrepen de noodzaak van maatwerk in rehabilitatietrajecten, waarbij interventies beter afgestemd moeten worden op de specifieke behoeften van verschillende subgroepen.
De effectiviteit van de interventie werd onderzocht in een grootschalige studie. Hoewel er geen directe afname in slachtofferschap werd gevonden, voelden cliënten zich meer erkend in tegenslagen en gesteund in hun herstelproces. In zowel de interventie- als controlegroep nam de ervaren discriminatie toe, mogelijk door een verhoogd bewustzijn. De Victoria-interventie had echter een modererend effect, waardoor cliënten beter konden omgaan met deze ervaringen.
Het implementatieproces is onderzocht in een procesevaluatie. Hierin vonden we dat zowel professionals als cliënten het belangrijk vonden om slachtofferschap te bespreken en deze gesprekken zorgden voor erkenning en steun bij cliënten. Maar professionals gaven ook aan dat zij de interventie niet altijd volledig toepasten, voornamelijk door de hoge werkdruk en beperkte tijd. Verder zorgde angst om negatieve emoties bij cliënten op te roepen voor aarzeling in het gebruik.
Dit proefschrift benadrukt het belang om in de behandeling structureel aandacht te hebben voor slachtofferschap en dit beter bespreekbaar te maken. Door een positieve risicobenadering te integreren krijgen cliënten de ruimte om risico’s te nemen die bijdragen aan persoonlijke groei en maatschappelijke participatie. De resultaten suggereren dat een bredere maatschappelijke aanpak waarbij inclusie, sociale steun en samenwerking tussen verschillende sectoren centraal staan nodig is om maatschappelijke participatie daadwerkelijk te verbeteren.
To better understand these issues, we examined patterns of victimization and social participation and developed a new intervention: the Victoria intervention. This intervention supports professionals in recognizing discouraging experiences and assisting clients in balancing risk-taking and safety in participation. It incorporates positive risk management, emphasizes clients’ narratives and strengths, and increases awareness of unsafe (home) environments. The intervention consists of four steps:
1. Identifying discouraging factors in participation.
2. Discussing negative participation experiences.
3. Gaining insight into the context of these experiences.
4. Determining future-oriented steps, ranging from trauma screening to participation planning.
Using latent class analysis, we examined whether subgroups could be distinguished based on victimization, discrimination, participation, and also offending behavior. This analysis identified three groups:
1. A group with relatively high social participation and low victimization.
2. A group that experienced frequent discrimination and received limited social support.
3. A group with both high victimization and offending behavior, characterized by additional psychosocial problems.
These findings highlight the need for tailored rehabilitation approaches, ensuring interventions are better aligned with the specific needs of different subgroups.
The effectiveness of the intervention was evaluated in a large-scale study. Although no direct reduction in victimization was observed, clients reported feeling more acknowledged in their struggles and supported in their recovery process. In both the intervention and control group, perceived discrimination increased, possibly due to heightened awareness. However, the Victoria Intervention had a moderating effect, helping clients cope more effectively with these experiences.
The implementation process was examined through a process evaluation. Findings revealed that both professionals and clients considered discussions on victimization important, as these conversations fostered acknowledgment and support. However, professionals indicated that they did not always fully implement the intervention, primarily due to high workloads and time constraints. Additionally, concerns about triggering negative emotions in clients led to hesitation in using the intervention.
This dissertation underscores the importance of structurally addressing victimization in treatment and making it a more open topic of discussion. By integrating a positive risk-taking approach, clients are given the opportunity to take risks that contribute to personal growth and social participation. The results suggest that a broader societal approach—centering on inclusion, social support, and cross-sector collaboration—is necessary to effectively enhance social participation.
__
Mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA) ervaren vaak grote uitdagingen in hun dagelijks leven. Naast de impact van hun psychische aandoening hebben zij te maken met sociale uitsluiting, discriminatie en een verhoogd risico op slachtofferschap. Dit heeft een negatief effect op hun zelfvertrouwen en welzijn. Dit proefschrift richt zich op de relatie tussen slachtofferschap, discriminatie en maatschappelijke participatie van mensen met EPA.
Om deze problematiek beter te begrijpen, hebben we patronen van slachtofferschap en maatschappelijke participatie onderzocht en een nieuwe interventie ontwikkeld: de Victoria-interventie.Deze interventie ondersteunt professionals bij het herkennen van ontmoedigende ervaringen en het helpen van cliënten om een balans te vinden tussen risico’s nemen en veiligheid bij participatie. Hij omvat positief risicomanagement, focust op het verhaal en de sterke kanten van cliënten, en bewustwording van onveilige (thuis)omgevingen, en bestaat uit vier stappen:
1. Onderzoeken van ontmoedigende factoren bij participatie.
2. Bespreken van negatieve ervaringen met participatie.
3. Inzicht krijgen in de context van deze ervaringen.
4. Bepalen van toekomstgerichte stappen, variërend van traumascreening tot participatieplannen.
Door middel van een latente klassenanalyse onderzochten we of er subgroepen zijn te onderscheiden op slachtofferschap, discriminatie, participatie, maar ook daderschap. Hier kwamen drie groepen uit.
1. Een groep met relatief hoge maatschappelijke participatie en weinig slachtofferschap.
2. Een groep die vaker discriminatie ervoer en minder sociale steun kreeg.
3. Een groep met zowel veel slachtofferschap als daderschap, gekenmerkt door bijkomende psychosociale problemen.
Deze bevindingen onderstrepen de noodzaak van maatwerk in rehabilitatietrajecten, waarbij interventies beter afgestemd moeten worden op de specifieke behoeften van verschillende subgroepen.
De effectiviteit van de interventie werd onderzocht in een grootschalige studie. Hoewel er geen directe afname in slachtofferschap werd gevonden, voelden cliënten zich meer erkend in tegenslagen en gesteund in hun herstelproces. In zowel de interventie- als controlegroep nam de ervaren discriminatie toe, mogelijk door een verhoogd bewustzijn. De Victoria-interventie had echter een modererend effect, waardoor cliënten beter konden omgaan met deze ervaringen.
Het implementatieproces is onderzocht in een procesevaluatie. Hierin vonden we dat zowel professionals als cliënten het belangrijk vonden om slachtofferschap te bespreken en deze gesprekken zorgden voor erkenning en steun bij cliënten. Maar professionals gaven ook aan dat zij de interventie niet altijd volledig toepasten, voornamelijk door de hoge werkdruk en beperkte tijd. Verder zorgde angst om negatieve emoties bij cliënten op te roepen voor aarzeling in het gebruik.
Dit proefschrift benadrukt het belang om in de behandeling structureel aandacht te hebben voor slachtofferschap en dit beter bespreekbaar te maken. Door een positieve risicobenadering te integreren krijgen cliënten de ruimte om risico’s te nemen die bijdragen aan persoonlijke groei en maatschappelijke participatie. De resultaten suggereren dat een bredere maatschappelijke aanpak waarbij inclusie, sociale steun en samenwerking tussen verschillende sectoren centraal staan nodig is om maatschappelijke participatie daadwerkelijk te verbeteren.
Original language | English |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 17 Jan 2025 |
Place of Publication | s.l. |
Publisher | |
Print ISBNs | 978-94-6506-486-4 |
DOIs | |
Publication status | Published - 2025 |