Corrigerende en verdelende rechtvaardigheid in het productaansprakelijkheidsrecht

In deze bijdrage onderzoek ik in hoeverre de theorieën van corrigerende en verdelende rechtvaardigheid weerklinken in het geharmoniseerde productaansprakelijkheidsrecht. Ik doe dat tegen de achtergrond van het werk van Marc Loth, die de stelling verdedigt dat in het gemene aansprakelijkheidsrecht de vestiging aansprakelijkheid wordt beheerst door corrigerende rechtvaardigheid en dat overwegingen van verdelende rechtvaardigheid mede van belang zijn voor de omvang van de aansprakelijkheid. Wat precies de verhouding is tussen corrigerende en distributieve rechtvaardigheid in regeling van afd. 6.3.3. BW (art. 6:185 BW e.v.), is echter onduidelijk. De Europese wetgever karakteriseert deze regeling als een aansprakelijkheid ‘buiten schuld’, daarbij overwegende dat een dergelijke risicoaansprakelijkheid een ‘rechtvaardige toewijzing van de met de moderne technische produktie samenhangende risico's’ bewerkstelligt. Zo lijken overwegingen van verdelende – en niet corrigerende – rechtvaardigheid aan de basis te liggen van het regime van risicoaansprakelijkheid dat de richtlijn uiteenzet. Hoe de verhouding tussen corrigerende en distributieve rechtvaardigheid moet worden begrepen in het geharmoniseerde productaansprakelijkheidsrecht is, vormt de inzet van deze bijdrage.