Abstract
Vermogenscriminaliteit die wordt gepleegd door rondtrekkende dadergroepen die afkomstig zijn uit Oost- en Zuidoost-Europa, alsmede de Balkanlanden, is een probleem waarmee vrijwel alle landen in Noordwest- en West-Europa te maken hebben. Een onderbelicht probleem is dat de leden van dergelijke dadergroepen niet alleen vrijwillig strafbare feiten plegen, maar ook slachtoffer kunnen zijn van criminele uitbuiting. In deze bijdrage is onderzocht hoe mobile organised crime groups (MOCG’s) daarbij te werk gaan, van welke gelegenheidsstructuren zij gebruikmaken en hoe criminele uitbuiting in de context van mobiel banditisme beter kan worden tegengegaan. De oorzaken zijn complex en een combinatie van individuele kenmerken van daders en slachtoffers, de effectiviteit waarmee de dadergroepen hun criminele bedrijfsproces kunnen inrichten, en systemische factoren zoals de economische en sociale achterstandspositie van individuen en de gemeenschappen waaruit zij afkomstig zijn. Er is dan ook behoefte aan een combinatie van repressie, preventie en het vergroten van weerbaarheid van individuen en gemeenschappen, in nauwe samenwerking tussen herkomst- en bestemmingslanden van MOCG’s.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 173-193 |
Number of pages | 21 |
Journal | Tijdschrift voor Criminologie |
Volume | 66 |
Issue number | 2 |
DOIs | |
Publication status | Published - 2024 |