Abstract
Het is een breed gedragen opvatting dat de buurtconcentratie van niet-westerse allochtonen een negatief effect heeft op hun sociale positie. Die concentratie zou hun mogelijkheden beperken om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten en om in contact te komen met autochtonen. In dit onderzoek is dit zogenoemde buurteffect zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzocht. Voor het kwantitatieve onderdeel is er gebruik gemaakt van een gekoppeld databestand van gegevens op individueel- en buurtniveau voor Den Haag. Voor het kwalitatieve onderdeel zijn er interviews gehouden met bewoners van concentratiebuurten. Uit de kwantitatieve analyse blijkt dat etnische buurtconcentratie een negatief effect heeft op de sociale positie van de bewoners van deze buurten. Dit geldt ook als voor individuele en buurtkenmerken wordt gecontroleerd. In het kwalitatieve deel noemen de geïnterviewden de etnische buurtconcentratie niet altijd als oorzaak voor hun lage sociale positie, maar ook factoren buiten de buurt zoals de sociale en economische ontwikkelingen. Daarnaast wijze ze ook op positieve effecten van de buurtconcentratie zoals het verlenen van onderlinge steun en hulp. De bevindingen van dit onderzoek roepen echter vraagtekens op over de interpretatie van buurteffect en de betekenis daarvan. Afgezien van de discrepantie tussen het negatief statistisch effect en de gunstige waardering van de buurtbewoners, mag erop worden gewezen dat in Nederland er nauwelijks homogene buurtculturen bestaan zoals in de VS. Daarom kan er ook geen socialiserend effect van de buurt bestaan. Hoe het negatief effect moet worden opgevat, is vooralsnog onduidelijk.
Original language | Dutch |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Thesis sponsors | |
Award date | 8 Mar 2017 |
Place of Publication | Delft |
Publisher | |
Print ISBNs | 9789463011143 |
Publication status | Published - 2017 |