Abstract
Beschouwing over de stand van zaken van de geruisloze omzetting in een BV na invoering van de Wet IB 2001 en publicatie van de nieuwe standaardvoorwaarden bij deze regeling. Algemene conclusie is dat ten opzichte van de Wet IB 1964 de functie en de plaats van deze regeling in de wettelijke systematiek niet opnieuw is doordacht. De regeling is van structurele betekenis gegeven het bestaan van inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting die naast elkaar de winstsfeer bestreiken. Vanuit deze sturcturele betekenis dient de geruisloze opmzetting te worden opgezet.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 21-30 |
Number of pages | 10 |
Journal | Fiscaal ondernemingsrecht |
Volume | 60 |
Publication status | Published - 2002 |