Abstract
Schrijver betwist het oordeel van de Hoge Raad in zijn arrest van 9 december 2003, LJN-nr. AL8452, zaaknr. 02679/02. De Hoge Raad besliste in dat arrest op grond van de wetsgeschiedenis dat schennis van de eerbaarheid niet door middel van het gesproken woord kan worden gepleegd. Schrijver betoogt op grond van de wetsgeschiedenis ad art. 131 Sr en ad art. 451 Sr (thans vervallen) dat zulks onjuist is en dat de Hoge Raad het gebruik van een nuttig instrument ter bestrijding van de overlast door hijgers onmogelijk heeft gemaakt.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 382-383 |
Number of pages | 2 |
Journal | Nederlands Juristenblad |
Volume | 79 |
Publication status | Published - 2004 |