Abstract
Happe constateert allereerst dat de rechtsgang mbt de inzageverplichting van art. 47 AWR tekortkomingen vertoont. Indien nog geen (voorlopige) aanslag is opgelegd heeft een belpl geen toegang tot de belastingrechter. Wel kan hij zich tot de burgerlijke rechter wenden. Ook de inspecteur is soms niet in staat de inzageplicht af te dwingen. In tegenstelling tot de belpl is de weg naar de burgerlijke rechter voor hem afgesloten. Reden: de werking van het legaliteitsbeginsel. Risico van deze tekortkomingen is dat de aanslag op een onjuiste feitelijke grondslag berust, waardoor rechtsbescherming en rechtshandhaving onder druk komen te staan. Happe stelt voor een voor bezwaar vatbare beschikking te introduceren. Dit biedt tevens de mogelijkheid een vorm van alternatieve geschillenbeslechting in te voeren.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 429-440 |
Number of pages | 12 |
Journal | Weekblad voor Fiscaal Recht |
Volume | 6428 |
Publication status | Published - 2001 |