Abstract
Generaties arbeidsmigranten werkten en werken onder gunstige voorwaarden in andere EU-lidstaten, maar intra-EU arbeidsmigratie is niet langer meer zo vanzelfsprekend als het ooit was. Helen Oosterom-Staples staat stil bij de gevolgen van de uitoefening van dit recht in gastlidstaten en herkomstlidstaten. Zo blijkt dat de lusten en lasten van deze arbeidsmobiliteit ongelijk zijn verdeeld, tussen deze lidstaten, tussen verschillende maatschappelijke groepen binnen beide, en tussen EU-lidstaten en derde staten. Een van de reacties van herkomstlidstaten is om het gebruik van intra-EU- arbeidsmobiliteit te ontmoedigen met nationale wetgeving. Twee uitspraken van het Hof van Justitie over een nationale regeling die de intra-EU arbeidsmobiliteit minder aantrekkelijk maakte, ter bescherming van het evenwicht van het socialezekerheidsstelsel, worden geanalyseerd. Deze bijdrage wordt afgesloten met een vraag aan de lezer: Wie moet de prijs van het recht op intra-EU mobiliteit betalen?
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 226-233 |
Number of pages | 8 |
Journal | Asiel & migrantenrecht |
Volume | 16 |
Issue number | 5/6 |
Publication status | Published - 1 Jul 2025 |
Keywords
- arbeidsmigratie
- EU-burgers
- objectieve rechtvaardigingsgronden