De rolinvulling van overheidsjuristen: Een empirische studie naar de manier waarop overheidsjuristen hun professionele rol invullen

Wubbo Wierenga

Research output: ThesisDoctoral Thesis

684 Downloads (Pure)

Abstract

De laatste jaren is de verhouding tussen recht en overheid vrijwel dagelijks voorwerp van discussies en mediaberichtgeving (toeslagenschandaal, PAS-uitspraak en de Urgenda-uitspraak). Juristen bij de overheid zijn publieke professionals die een rol spelen in het vormgeven van deze verhouding tussen recht en overheid. Om deze verhouding te versterken en te verbeteren, is inzicht in de manier waarop de naar schatting 15000 overheidsjuristen in Nederland hun professionele rol invullen, een voorwaarde. Dit proefschrift heeft daarom als centrale vraag op welke manier(en) overheidsjuristen hun professionele rol invullen en wat mogelijke verklaringen zijn voor deze rolinvullingen. De studie bevat vier deelonderzoeken: een literatuuronderzoek en drie empirische onderzoeken. De gebruikte empirische onderzoeksmethoden zijn niet-participatieve observatie, Q-methodologie, interviews en een enquête. In totaal hebben bijna 500 overheidsjuristen aan het onderzoek meegewerkt.

Overheidsjuristen zijn ambtenaar en jurist en in hun rolinvulling zijn typisch juridische- en typisch ambtelijke handelingen zichtbaar. Typisch juridisch is het proces van rechtsvinding: het vaststellen van de feiten en het juridisch kader en de confrontatie van de feiten met de normen die op de situatie van toepassing zijn. Typisch ambtelijk is wat overheidsjuristen voor, naast, en met dit proces van rechtsvinding doen. Deze combinatie van het proces van rechtsvinding en ambtelijk handelen vormt het professioneel handelen van overheidsjuristen. De rolinvulling van overheidsjuristen is professioneel handelen binnen een zelf gedefinieerde werksituatie in het licht van een gekozen beroepsopvatting. In het proefschrift wordt onderzocht wat de variatie is binnen de drie kerncategorieën (professioneel handelen, de gedefinieerde werksituatie en de gekozen beroepsopvatting) van deze definitie van rolinvulling en hoe deze kerncategorieën zich tot elkaar verhouden. Door hierbij patronen te analyseren en te combineren, wordt duidelijk dat onder overheidsjuristen vier ideaaltypische rolinvullingen voorkomen: het beïnvloeden van beleids- en besluitvorming, het bijdragen aan het realiseren van maatschappelijke opgaven, het maximeren van de juridische kwaliteit en het laveren tussen rechter en bestuur.

Naast deze beschrijving van de rolinvulling van overheidsjuriste bevat het proefschrift ook een analyse van de relatie tussen het voorkomen van bepaalde rolinvullingen enerzijds en omgevingsfactoren en kenmerken van (het werk van) overheidsjuristen anderzijds. Daaruit komen drie verklarende patronen naar voren. In de eerste plaats slagen overheidsjuristen er naar eigen zeggen in om tot juridische advisering van voldoende kwaliteit te komen. Echter, een juridisch advies van voldoende kwaliteit betekent nog niet dat het daaraan gekoppelde overheidshandelen van voldoende juridische kwaliteit is. In hoeverre overheidsjuristen ook hier verantwoordelijk zijn, is de belangrijkste beroepsethische vraag voor overheidsjuristen. Een tweede conclusie is dat overheidsorganisaties overheidsjuristen beter betalen wanneer ze meer doen dan het geven van juridisch advies. Een kwalitatief voldoende proces van rechtsvinding is pas het begin. Wanneer een overheidsjurist tijd en ruimte weet vrij te spelen om meer te doen, ontstaat een dynamiek om die tijd en ruimte te gebruiken om beleids- en besluitvorming te beïnvloeden en bij te dragen aan het realiseren van maatschappelijke opgaven: het verbinden van recht en overheid. Het derde verklarende patroon is dat bezwaarjuristen en procederende overheidsjuristen een gereguleerde rolinvulling kennen, waardoor andere verklarende patronen relevant zijn.

Het proefschrift sluit af met een bespreking van de beroepsethische literatuur in het licht van de onderzoeksresultaten. Dit leidt tot de conclusie dat de belangrijkste beroepsethisch vraag voor overheidsjuristen is ‘hoe ver moet een overheidsjurist gaan om te garanderen dat ook het overheidshandelen van voldoende kwaliteit is’. In het proefschrift wordt een eerste aanzet gedaan om deze discussie te verdiepen. Verder bevat het proefschrift drie praktische lessen om overheidsjuristen als beroepsgroep reflectiever te maken en het aanpassingsvermogen te versterken.
Original languageDutch
Awarding Institution
  • Tilburg University
Supervisors/Advisors
  • Zouridis, Stavros, Promotor
  • Niemeijer, Bert, Promotor, External person
Award date21 Apr 2023
Publisher
Publication statusPublished - 21 Apr 2023

Cite this