Abstract
In de afgelopen eeuwen blijkt 'de vrouw' in het recht op bijzondere wijze te zijn verbeeld door (mannelijke) auteurs. De door hen geconstrueerde juridische rol van de vrouw toont duidelijk haar bijkomstigheid in een door mannen beheerste wereld. Die accessoire positie werd gerechtvaardigd op grond van de vermeende vrouwelijke kwetsbaarheid (sexus fragilitas), de veronderstelde vrouwelijke lichtzinnigheid (levitas animi) en de eveneens gewaande onstandvastigheid van het vrouwelijk oordeel (infirmitas animi). Deze visie uit de Romeinse keizertijd heeft eeuwenlang de westerse zienswijze beïnvloed. De daaraan ten grondslag liggende beschermingsgedachte van het ‘zwakke geslacht’ werd gaandeweg aangevuld met de kerkelijke hypothese dat de man in het huwelijk de leiding moet hebben. Deze ‘principiële’ visies op de vrouw boden een vruchtbare voedingsbodem voor het ontstaan van velerlei beperkende rechtsnormen. De juridische benadering van het ‘zwakke geslacht’ blijkt regelmatig ook te wortelen in zuiver pragmatische motieven. In deze bijdrage onderzoek ik hoe de vrouw klem zat tussen principes en pragmatiek.
Translated title of the contribution | Women in law: Caught between principles and pragmatism |
---|---|
Original language | Dutch |
Title of host publication | Essersbundel |
Subtitle of host publication | Opstellen aangeboden aan prof. dr. P.H.J. Essers |
Editors | Sonja Dusarduijn, Thil Van Kempen, Ton Stevens |
Place of Publication | Deventer |
Publisher | Wolters Kluwer |
Pages | 121-133 |
Number of pages | 13 |
ISBN (Print) | 9789013175226 |
Publication status | Published - Mar 2024 |
Keywords
- rol van de vrouw
- historie
- kiesrecht
- arbeidsverbod
- nationaliteit
- naamrecht
- handelingsbekwaamheid
- fiscaal en huwelijksvermogensrecht