Abstract
In dit artikel worden drie terugkerende reserves bij democratische innovatie in Nederland – (1) ‘Het gaat toch niet zo slecht?’, (2) ‘Innovatie is niet altijd verbetering’ en (3) ‘Het is onbegonnen werk’ – meegenomen in de weging van drie belangrijke motieven vóór democratische innovatie: (1) de hardnekkige problemen met de responsiviteit, het luisterend en het opvolgend vermogen van vooral de democratische politiek, (2) de problematische combinatie van bestuurlijk hollen of stilstaan in de polder, en (3) de opmars van nieuwe werkvormen die kunnen bijdragen aan collectieve kracht. Op de keper beschouwd zijn er geldige redenen om te investeren in democratische innovatie in Nederland, maar ook om daarbij kritisch, selectief en combinerend te werk te gaan. Het is onrealistisch om te verwachten dat één enkel instrument – zoals een ingeloot burgerberaad of een correctief referendum – aan de veelzijdige behoefte zal kunnen voldoen. Slim democratisch innoveren is investeren in publiek leren – geen aanval op de representatieve democratie, maar een investering in de scherpte ervan.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 9-22 |
Number of pages | 14 |
Journal | Bestuurswetenschappen |
Volume | 78 |
Issue number | 4 |
DOIs | |
Publication status | Published - 2024 |