Diversiteit in internetgebruik door Nederlandse ouderen: Een latente klasseanalyse

L.C. van Boekel, S.T.M. Peek, K.G. Luijkx

Research output: Contribution to journalArticleScientificpeer-review

Abstract

Doelstelling:
In Nederland maken steeds meer ouderen gebruik van internet. Eerder onderzoek richt zich vooral op de vraag waarom de ene oudere wel online gaat en de andere niet. Er is echter weinig onderzoek gedaan naar de doelen waarvoor ouderen internet gebruiken. Dit artikel wil het inzicht in de activiteiten van internettende ouderen vergroten: hoe divers is hun internetgebruik, en zijn er verschillende subgroepen van ouderen te onderscheiden?
Methoden:
We hebben data gebruikt van het Longitudinal Internet Studies for the Social Sciences-panel, een representatief internetpanel van de Nederlandse bevolking. Respondenten van 65 jaar en ouder die internet gebruiken (n = 1.418) werden geselecteerd. Vervolgens is een latente klasseanalyse uitgevoerd op basis van de activiteiten waarvoor ouderen internet gebruiken.Resultaten: In de groep ouderen die internet gebruikten onderscheiden we vier clusters. Allereerst de cluster van ‘praktische gebruikers’, ouderen die internet voornamelijk gebruikten voor praktische en financiële doelen, zoals het opzoeken van informatie, vergelijken van producten en internetbankieren. Tot cluster 2 behoren ‘minimale gebruikers’, die de minste tijd spendeerden op internet, internet voor slechts weinig doeleinden gebruikten en gemiddeld ouder waren (>73 jaar). Cluster 3 betreft de ‘maximale gebruikers’, die internet gebruikten voor verscheidene activiteiten, veel tijd aan internet besteedden en relatief jonger waren (<70 jaar). Tot slot cluster 4, de ‘sociale gebruikers’, die internet vooral gebruikten voor amusement en sociale activiteiten, zoals gamen en het bezoeken van socialenetwerksites. De clusters verschillen significant in leeftijd, in tijd die de ouderen op internet doorbrachten en de frequentie waarmee ouderen apps downloadden. De minimale gebruikers scoorden iets lager op psychisch welbevinden, iADL en ervaren gezondheid vergeleken met de praktische en maximale gebruikers.
Conclusie:
Ouderen die internet gebruiken vormen een diverse groep. Het voldoet daarom niet om louter onderscheid te maken tussen ouderen die internet wel gebruiken en ouderen die dat niet doen. De clusters die we onderscheiden kunnen gebruikt worden bij het ontwikkelen en implementeren van e‑health-interventies bij ouderen.
Original languageDutch
Pages (from-to)32-36
JournalTSG: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen
Volume96
Issue number1
DOIs
Publication statusPublished - 2018

Cite this