Abstract
Op grond van de earningsstrippingmaatregel van artikel 15b Wet VpB 1969, zijnde de Nederlandse implementatie van artikel 4 ATAD1,2 komt een saldo aan renten per jaar slechts in aftrek tot het hoogste van (i) 20% van de gecorrigeerde winst, of (ii) € 1 miljoen. De gecorrigeerde winst is de reguliere fiscale jaarwinst gecorrigeerd voor afschrijvingen op bedrijfsmiddelen, (terugnamen van) afwaarderingen naar lagere bedrijfswaarde en het saldo aan renten (dat minimaal nihil bedraagt). De gecorrigeerde winst bedraagt ook minimaal nihil.
Nederland heeft gekozen voor een stringente implementatie, die op sommige onderdelen verder gaat dan de in ATAD1 opgenomen minimumstandaard. Zo geeft ATAD1 als maxima voor de onder (i) en en (ii) genoemde drempels respectievelijk 30% en € 3 miljoen. De keuze voor deze robuuste implementatie is gericht op het tegengaan van grondslaguitholling en het bewerkstelligen van een meer gelijke fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen. Overigens hanteerde Nederland tot en met 2021 voor de onder (i) genoemde drempel wel het maximaal toegestane percentage van 30. Met de verlaging van het percentage onder de eerstgenoemde drempel naar 20 is Nederland thans de strengste EU-lidstaat wat betreft de implementatie van de earningsstrippingmaatregel.3
De onder (i) en (ii) genoemde drempels gelden thans per zelfstandig vennootschapsbelastingplichtig lichaam (ongeacht of sprake is van gelieerdheid of verbondenheid). Indien sprake is van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting dan gelden de drempels op het niveau van de fiscale eenheid. Reeds tijdens de parlementaire behandeling voorafgaand aan de invoering van de earningsstrippingmaatregel in 2019 werd door het kabinet opgemerkt dat opknipgedrag om de € 1 miljoen-drempel te benutten zou worden gemonitord en dat indien nodig wettelijke maatregelen konden worden overwogen.4
In de Voorjaarsnota 2023 van 28 april 20235 is aangekondigd dat in het Belastingplan 2025 een aanscherping van de earningsstrippingmaatregel zal worden opgenomen voor ‘vastgoed bv’s met (aan derden) verhuurd vastgoed’. Hierbij werd bekendgemaakt dat de huidige drempel van € 1 miljoen met ingang van 1 januari 2025 zal worden afgeschaft voor dergelijke vastgoedlichamen.
Achtergrond van deze aanscherping is het tegengaan van zogenoemd opknipgedrag waarbij individuele onroerende zaken worden ondergebracht in zoveel mogelijk separaat belastingplichtige entiteiten om op die wijze de € 1 miljoen-drempel ten volle te benutten en zodoende renteaftrekbeperkingen als gevolg van artikel 15b Wet VpB 1969 te voorkomen. Uit de Voorjaarsnota 2023 blijkt dat opknipgedrag bij met name vastgoedlichamen op grote schaal wordt gesignaleerd door de Belastingdienst.
In een Kamerbrief van 21 augustus 20236 is de staatssecretaris ingegaan op Kamervragen over deze aanscherping. Die vragen gingen over de mogelijke vormgeving en meer specifiek over de mogelijke negatieve impact op het midden- en kleinbedrijf. De staatssecretaris gaf in zijn beantwoording aan dat de maatregel de komende periode nader wordt uitgewerkt en dat de effecten van de maatregel afhankelijk zijn van de precieze vormgeving. In de Voorsjaarsnota 2024 van 15 april 20247 en de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2024 van 16 april 20248 is het voornemen tot aanscherping van de generieke renteaftrekbeperking herhaald. Het voornemen kwam ook terug in de Kamerbrief van 26 maart 20249 betreffende ‘Feitelijke vragen over de monitoringsbrief belastingontwijking’. Een wetsvoorstel met nadere uitwerking van de maatregel zal onderdeel worden van het Belastingplan 2025 en mag derhalve worden verwacht op Prinsjesdag 2024 (17 september 2024).
Hoe de aanscherping van artikel 15b Wet VpB 1969 zal worden vormgegeven en welke belastingplichtigen geraakt zullen worden door de aanscherping wordt uit de – tot op heden gepubliceerde – stukken niet duidelijk. Er is geen internetconsultatie aangekondigd. In dit artikel geven wij de stand van zaken weer omtrent de aangekondigde aanscherping van de earningsstrippingmaatregel, gaan wij in op mogelijke vormgeving van de aanscherping, voor welke belastingplichtigen de aanscherping relevant kan zijn, welke fiscale gevolgen de aanscherping mogelijk heeft en wat wij vinden van het beeld dat de staatssecretaris schetst van vastgoedbeleggers.
Nederland heeft gekozen voor een stringente implementatie, die op sommige onderdelen verder gaat dan de in ATAD1 opgenomen minimumstandaard. Zo geeft ATAD1 als maxima voor de onder (i) en en (ii) genoemde drempels respectievelijk 30% en € 3 miljoen. De keuze voor deze robuuste implementatie is gericht op het tegengaan van grondslaguitholling en het bewerkstelligen van een meer gelijke fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen. Overigens hanteerde Nederland tot en met 2021 voor de onder (i) genoemde drempel wel het maximaal toegestane percentage van 30. Met de verlaging van het percentage onder de eerstgenoemde drempel naar 20 is Nederland thans de strengste EU-lidstaat wat betreft de implementatie van de earningsstrippingmaatregel.3
De onder (i) en (ii) genoemde drempels gelden thans per zelfstandig vennootschapsbelastingplichtig lichaam (ongeacht of sprake is van gelieerdheid of verbondenheid). Indien sprake is van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting dan gelden de drempels op het niveau van de fiscale eenheid. Reeds tijdens de parlementaire behandeling voorafgaand aan de invoering van de earningsstrippingmaatregel in 2019 werd door het kabinet opgemerkt dat opknipgedrag om de € 1 miljoen-drempel te benutten zou worden gemonitord en dat indien nodig wettelijke maatregelen konden worden overwogen.4
In de Voorjaarsnota 2023 van 28 april 20235 is aangekondigd dat in het Belastingplan 2025 een aanscherping van de earningsstrippingmaatregel zal worden opgenomen voor ‘vastgoed bv’s met (aan derden) verhuurd vastgoed’. Hierbij werd bekendgemaakt dat de huidige drempel van € 1 miljoen met ingang van 1 januari 2025 zal worden afgeschaft voor dergelijke vastgoedlichamen.
Achtergrond van deze aanscherping is het tegengaan van zogenoemd opknipgedrag waarbij individuele onroerende zaken worden ondergebracht in zoveel mogelijk separaat belastingplichtige entiteiten om op die wijze de € 1 miljoen-drempel ten volle te benutten en zodoende renteaftrekbeperkingen als gevolg van artikel 15b Wet VpB 1969 te voorkomen. Uit de Voorjaarsnota 2023 blijkt dat opknipgedrag bij met name vastgoedlichamen op grote schaal wordt gesignaleerd door de Belastingdienst.
In een Kamerbrief van 21 augustus 20236 is de staatssecretaris ingegaan op Kamervragen over deze aanscherping. Die vragen gingen over de mogelijke vormgeving en meer specifiek over de mogelijke negatieve impact op het midden- en kleinbedrijf. De staatssecretaris gaf in zijn beantwoording aan dat de maatregel de komende periode nader wordt uitgewerkt en dat de effecten van de maatregel afhankelijk zijn van de precieze vormgeving. In de Voorsjaarsnota 2024 van 15 april 20247 en de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2024 van 16 april 20248 is het voornemen tot aanscherping van de generieke renteaftrekbeperking herhaald. Het voornemen kwam ook terug in de Kamerbrief van 26 maart 20249 betreffende ‘Feitelijke vragen over de monitoringsbrief belastingontwijking’. Een wetsvoorstel met nadere uitwerking van de maatregel zal onderdeel worden van het Belastingplan 2025 en mag derhalve worden verwacht op Prinsjesdag 2024 (17 september 2024).
Hoe de aanscherping van artikel 15b Wet VpB 1969 zal worden vormgegeven en welke belastingplichtigen geraakt zullen worden door de aanscherping wordt uit de – tot op heden gepubliceerde – stukken niet duidelijk. Er is geen internetconsultatie aangekondigd. In dit artikel geven wij de stand van zaken weer omtrent de aangekondigde aanscherping van de earningsstrippingmaatregel, gaan wij in op mogelijke vormgeving van de aanscherping, voor welke belastingplichtigen de aanscherping relevant kan zijn, welke fiscale gevolgen de aanscherping mogelijk heeft en wat wij vinden van het beeld dat de staatssecretaris schetst van vastgoedbeleggers.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | NLF-W 2024/19 |
Pages (from-to) | 1-9 |
Number of pages | 10 |
Journal | NLFiscaal-Wetenschappelijk |
Volume | 2024 |
Issue number | 19 |
Publication status | Published - 30 May 2024 |
Keywords
- belasting
- earningsstrippingmaatregel
- renteaftrekbeperking
- vennootschapsbelasting