Abstract
Het principe van Argumentatieve Oriëntatie (Holleman & Pander Maat 2009) voorspelt dat taalgebruikers hun taalgebruik afstemmen op het standpunt dat ze willen verdedigen. Zo zou een positief geframed argument (Van de laatste 10 wedstrijden won Djokovic er 8) beter passen bij een positief geformuleerd standpunt (Djokovic is een goede tennisser), terwijl een negatief geframed argument (Van de laatste 10 wedstrijden verloor Djokovic er 8) vaker voorkomt bij een negatief standpunt (Djokovic is een slechte tennisser). Wij onderzochten de voorspelling vanuit het principe van Argumentatieve Oriëntatie dat congruente standpunt-argumentparen (dus: beide positief, of beide negatief) sneller en vaker correct beoordeeld worden dan incongruente paren waarin de valentie van standpunt en argument verschilt (Djokovic is een goede tennisser. Van de laatste 10 wedstrijden verloor hij er 2).
Om de hypothesen te toetsen, zijn twee reactietijdenexperimenten uitgevoerd in het programma ePrime (Schneider, Eschman & Zuccolotto, 2002). In deze studies beoordeelden participanten (N = 99 in Studie 1 en N = 68 in Studie 2) van zinsparen of ze ‘waar’ waren. Elk zinspaar bestond uit twee zinnen: een standpunt en een argument. Deze zinsparen zijn gekoppeld aan 5 situatieschetsen (in Studie 1; in Studie 15), die elk in 2 (valentie standpunt: positief of negatief) x 2 (valentie argument: positief of negatief) varianten voorkwamen. Naast deze experimentele items beoordeelden participanten ook een even grote hoeveelheid filleritems: standpunt-argumentparen die ‘niet waar’ waren (Djokovic is een goede tennisser. Van de laatste 10 wedstrijden won hij er 2). Er was sprake van een binnenpersoonsontwerp: alle participanten beoordeelden alle zinsparen (in studie 1: 20 experimentele items en 20 fillers; in studie 2 60 experimentele items en 60 fillers).
De resultaten van beide reactietijdenstudies laten overtuigend zien dat congruente standpunt-argumentparen sneller worden verwerkt en vaker correct worden beoordeeld dan incongruente paren. Deze effecten treden op zowel als er gecontroleerd is voor de woordlengte en de woordfrequentie van de gemanipuleerde woorden (Studie 1), als wanneer hier niet voor gecontroleerd is (Studie 2). De bevindingen liggen dus in lijn met voorspellingen op basis van Holleman en Pander Maats principe van Argumentatieve Oriëntatie.
Original language | Dutch |
---|---|
Publication status | Published - 17 Jan 2018 |
Event | VIOT - Rijksuniversiteit Groningen, Groningen, Netherlands Duration: 17 Jan 2018 → 19 Jan 2018 |
Conference
Conference | VIOT |
---|---|
Country/Territory | Netherlands |
City | Groningen |
Period | 17/01/18 → 19/01/18 |