Een schoolvoorbeeld van ontslag op staande voet

Daphne Derks, André van Rijs

Research output: Contribution to journalArticleScientificpeer-review

Abstract

In 1907 was het uitgangspunt van de wetgever dat een gedwongen voortzetting van de arbeidsrelatie onverenigbaar is met het persoonlijke karakter van de arbeidsovereenkomst. Met de komst van de Wwz3 is dit uitgangspunt op 1 juli 2015 gewijzigd. De arbeidsovereenkomst kan nu alleen onverwijld worden opgezegd wegens een – correcte en terecht aangevoerde – dringende reden. Als hier sprake van is kan dit vergaande gevolgen hebben. Zo gelden de ‘tijdens-opzegverboden’ niet, zal de werknemer veelal geen aanspraak kunnen maken op een transitievergoeding en kan de werknemer geen aanspraak maken op een WW-uitkering. Onder andere vanwege deze verstrekkende gevolgen gelden er voor een ontslag op staande voet strenge formele en inhoudelijke eisen. Een recent arrest van gerechtshof Amsterdam, toont ons het schoolvoorbeeld van een terecht gegeven ontslag op staande staande voet. Dit artikel bespreekt voornoemd arrest en gaat nader in op de formele en inhoudelijke eisen van een ontslag op staande voet.
Original languageDutch
Article number2025-0075
Pages (from-to)14-17
Number of pages4
JournalJuridisch up to date
Volume2025-0075
Publication statusPublished - 23 May 2025

Cite this