Abstract
Het proefschrift behandelt de reacties van leken en juridische professionals (strafrechters en officieren van justitie) op emotionele slachtoffers van ernstige misdrijven. Hoewel men zou verwachten dat slachtoffers erkenning en steun ontvangen, weten we uit de literatuur en legio recente voorbeelden in de media, dat zelfs mensen die het beste met slachtoffers voorhebben soms op manieren reageren die eerder negatief dan positief voor het slachtoffer zijn.
De Belief in a Just World (BJW) theorie is een wetenschappelijke theorie die stelt dat mensen zich vasthouden aan het idee dat de wereld in principe een rechtvaardige plek is. Deze theorie kan gebruikt worden om uit te leggen waarom mensen op een bepaalde positieve of negatieve manier reageren op het moment dat zij worden geconfronteerd met onrechtvaardigheid, zoals slachtofferschap. Echter, de theorie heeft tot op heden onvoldoende aandacht besteed aan het normatieve oordeel van de toeschouwer over het slachtoffer. Ook weten we nog onvoldoende welke rol de emotie van het slachtoffer speelt in de beoordeling van een slachtofferverhaal.
Reageert men anders op een boos dan op een verdrietig slachtoffer? Daarnaast is de theorie nog onvoldoende toegepast in de context van het strafrecht, waar het uitermate belangrijk is om te begrijpen wanneer mensen positief en negatief reageren op het slachtoffer.
In dit proefschrift worden verschillende kwantitatieve en kwalitatieve methoden gebruikt om aan de hand van de Belief in a Just World theorie te onderzoeken hoe men reageert op een emotioneel slachtofferverhaal, zoals naar voren kan komen in het spreekrecht. Daarbij zijn de reacties van niet-professionals vergeleken met de reacties van hen die in de rechtszaal geconfronteerd worden
met slachtofferverhalen: Nederlandse strafrechters en officieren van justitie.
Uit het onderzoek blijkt dat zowel niet-professionals als strafrechters en officieren belang hechten aan de mogelijkheid voor slachtoffers om hun emotie te uiten, bijvoorbeeld in de vorm van het spreekrecht. Over het algemeen waren er weinig negatieve reacties en de professionals brachten empathie op voor slachtoffers. De extremen van reacties (zowel positief als negatief) waren groter bij leken dan bij de juridische professionals. De juridische context speelt een grote rol in de reacties van juridische professionals. Rechters houden in hun reactie constant rekening met belangen van anderen, het meest prominent de verdachte. Officieren van justitie leggen nadruk op het vertalen van het verhaal van het slachtoffer in een juridisch relevant verhaal, bijvoorbeeld in het kader van schadevergoeding.
Daarnaast blijkt dat de verwachtingen die men heeft over een slachtoffer van groot belang zijn. Wanneer het slachtofferbeeld voldoet aan de verwachting die men vooraf had over de manier waarop het slachtoffer zich zou uiten, is de kans op erkenning het grootst. Daarbij is van belang op te merken dat men veel vaker uitingen van verdriet dan van boosheid verwacht. Ook bij juridische professionals speelt deze verwachting (indirect) een rol: het animo van professionals om met het slachtoffer in gesprek te gaan is groter wanneer het slachtoffer zich verdrietig toont.
De belangrijkste aanbeveling is dat mensen, zowel leken als professionals, hun verwachtingen over slachtoffers kritisch bezien en deze binnen juridische organisaties bespreekbaar maken. Met een meeromvattend slachtofferbeeld kunnen de (beperkte) negatieve reacties richting slachtoffers mogelijk dalen.
De Belief in a Just World (BJW) theorie is een wetenschappelijke theorie die stelt dat mensen zich vasthouden aan het idee dat de wereld in principe een rechtvaardige plek is. Deze theorie kan gebruikt worden om uit te leggen waarom mensen op een bepaalde positieve of negatieve manier reageren op het moment dat zij worden geconfronteerd met onrechtvaardigheid, zoals slachtofferschap. Echter, de theorie heeft tot op heden onvoldoende aandacht besteed aan het normatieve oordeel van de toeschouwer over het slachtoffer. Ook weten we nog onvoldoende welke rol de emotie van het slachtoffer speelt in de beoordeling van een slachtofferverhaal.
Reageert men anders op een boos dan op een verdrietig slachtoffer? Daarnaast is de theorie nog onvoldoende toegepast in de context van het strafrecht, waar het uitermate belangrijk is om te begrijpen wanneer mensen positief en negatief reageren op het slachtoffer.
In dit proefschrift worden verschillende kwantitatieve en kwalitatieve methoden gebruikt om aan de hand van de Belief in a Just World theorie te onderzoeken hoe men reageert op een emotioneel slachtofferverhaal, zoals naar voren kan komen in het spreekrecht. Daarbij zijn de reacties van niet-professionals vergeleken met de reacties van hen die in de rechtszaal geconfronteerd worden
met slachtofferverhalen: Nederlandse strafrechters en officieren van justitie.
Uit het onderzoek blijkt dat zowel niet-professionals als strafrechters en officieren belang hechten aan de mogelijkheid voor slachtoffers om hun emotie te uiten, bijvoorbeeld in de vorm van het spreekrecht. Over het algemeen waren er weinig negatieve reacties en de professionals brachten empathie op voor slachtoffers. De extremen van reacties (zowel positief als negatief) waren groter bij leken dan bij de juridische professionals. De juridische context speelt een grote rol in de reacties van juridische professionals. Rechters houden in hun reactie constant rekening met belangen van anderen, het meest prominent de verdachte. Officieren van justitie leggen nadruk op het vertalen van het verhaal van het slachtoffer in een juridisch relevant verhaal, bijvoorbeeld in het kader van schadevergoeding.
Daarnaast blijkt dat de verwachtingen die men heeft over een slachtoffer van groot belang zijn. Wanneer het slachtofferbeeld voldoet aan de verwachting die men vooraf had over de manier waarop het slachtoffer zich zou uiten, is de kans op erkenning het grootst. Daarbij is van belang op te merken dat men veel vaker uitingen van verdriet dan van boosheid verwacht. Ook bij juridische professionals speelt deze verwachting (indirect) een rol: het animo van professionals om met het slachtoffer in gesprek te gaan is groter wanneer het slachtoffer zich verdrietig toont.
De belangrijkste aanbeveling is dat mensen, zowel leken als professionals, hun verwachtingen over slachtoffers kritisch bezien en deze binnen juridische organisaties bespreekbaar maken. Met een meeromvattend slachtofferbeeld kunnen de (beperkte) negatieve reacties richting slachtoffers mogelijk dalen.
Original language | English |
---|---|
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 8 Feb 2019 |
Place of Publication | Tilburg |
Publisher | |
Print ISBNs | 978-94-6240-520-2 |
Publication status | Published - 8 Feb 2019 |