Enabling limits: A subaltern theory of transforming boundary struggles for sustainable climate change adaptation

Research output: ThesisDoctoral Thesis

26 Downloads (Pure)

Abstract

This qualitative research explores how subaltern communities, marginalised by way of gender, caste, ethnicity, race, and structures of capitalism and colonialism are adapting to water scarcity and droughts under climate change, and examines the role of law in supporting sustainable adaptation. The study relies upon participatory interviews conducted with 358 individuals from climate-affected rural communities, civil society organisations, and local government in rural and semi-arid areas of West Bengal and Odisha, to address gaps in top-down legal and international development frameworks that often overlook bottom-up adaptation needs and subaltern voices.

The study introduces the locally used concept of “boundaries”, as described by several participants, to explore the enabling and disenabling limits that regulations impose, which can either support or hinder subaltern communities' capacity to sustainably adapt. Findings show that the communities are unable to sustainably adapt but can only “adjust” (used by several participants) to the consequences of severe water shortages. The economic framing of nature as fundamentally ‘scarce’ has justified an extractive mode of living prioritising endless economic growth and resource depletion. Instead, nature, for subsistent rural peasants is inherently sufficient, allowing them to live well within limits. Along these lines, the study defines sustainable adaptation as everyday coping actions that limit economic growth and accumulation by focusing on ways of living well that support local, traditional, and ancestral rural practices, while valuing gender justice and local sovereignty.

The study finds that climate-affected subalterns are somehow adjusting or surviving amid the tensions between disenabling and enabling limits. They are both limited by (disenabling limits) external structures out of their control, and limiting themselves to (enabling limits) the natural boundaries. Natural boundaries refer to practices and traditions developed over time by rural communities, based on shared norms, mutual support, and living within the environmental limits of local ecosystems. Empirical examples show that enabling limits can promote sustainable adaptation. They align with local values of gender justice (women challenging gender-based violence, casteist untouchability, and the care burden of water labour), rural sovereignty (autonomy over traditional seeds, crop choices, land, rural commons, and traditional institutions), and living well that understand nature as sufficient (including subsistence livelihoods, reluctance to depend upon private agricultural markets). Contrarily, disenabling limits perpetuate maladaptive (women and elderly under-consuming water, food and fuelwood) and precarious (women compelled to adjust to domestic violence) adjustments, and non-adaptive actions (suicides among the landless and Dalit farmers). These limits end up preserving gender injustice, state-market control, and an idea of nature as fundamentally scarce. Overall, the thesis argues that for climate change adaptation laws and policies to promote sustainable adaptation for subaltern communities, they must activate the enabling limits while deactivating the disenabling ones.

_


Dit kwalitatieve onderzoek onderzoekt hoe subalterne gemeenschappen, gemarginaliseerd door geslacht, kaste, etniciteit, ras en structuren van kapitalisme en kolonialisme, zich aanpassen aan waterschaarste en droogtes onder klimaatverandering, en onderzoekt de rol van wetgeving bij het ondersteunen van duurzame aanpassing. De studie is gebaseerd op participatieve interviews met 358 personen uit door het klimaat getroffen plattelandsgemeenschappen, maatschappelijke organisaties en lokale overheden in plattelands- en semi-aride gebieden van West-Bengalen en Odisha, om hiaten in top-down juridische en internationale ontwikkelingskaders aan te pakken die vaak bottom-up aanpassingsbehoeften en subalterne stemmen over het hoofd zien.

De studie introduceert het lokaal gebruikte concept van "boundaries", zoals beschreven door verschillende deelnemers, om de faciliterende en ontmoedigende grenzen te onderzoeken die regelgeving oplegt, die het vermogen van subalterne gemeenschappen om zich duurzaam aan te passen kunnen ondersteunen of belemmeren. Bevindingen tonen aan dat de gemeenschappen niet in staat zijn om zich duurzaam aan te passen, maar zich alleen kunnen "adjust" (gebruikt door verschillende deelnemers) aan de gevolgen van ernstige waterschaarste. De economische framing van de natuur als fundamenteel 'schaars' heeft een extractieve manier van leven gerechtvaardigd die prioriteit geeft aan eindeloze economische groei en uitputting van hulpbronnen. In plaats daarvan is de natuur voor zelfvoorzienende plattelandsbewoners inherent voldoende, waardoor ze ruim binnen de grenzen kunnen leven. In deze zin definieert de studie duurzame aanpassing als dagelijkse coping-acties die economische groei en accumulatie beperken door zich te richten op manieren van goed leven die lokale, traditionele en voorouderlijke plattelandspraktijken ondersteunen, terwijl genderrechtvaardigheid en lokale soevereiniteit worden gewaardeerd.

De studie concludeert dat door het klimaat beïnvloede subalternen zich op de een of andere manier aanpassen of overleven te midden van de spanningen tussen ontkrachtende en stimulerende grenzen. Ze worden beide beperkt door (disenabling limits) externe structuren buiten hun controle, en beperken zichzelf tot (enabling limits) de natuurlijke grenzen. Natuurlijke grenzen verwijzen naar praktijken en tradities die in de loop van de tijd zijn ontwikkeld door plattelandsgemeenschappen, gebaseerd op gedeelde normen, wederzijdse steun en leven binnen de ecologische grenzen van lokale ecosystemen. Empirische voorbeelden tonen aan dat stimulerende grenzen duurzame aanpassing kunnen bevorderen. Ze sluiten aan bij lokale waarden van genderrechtvaardigheid (vrouwen die gendergerelateerd geweld, kaste-onaanraakbaarheid en de zorglast van waterarbeid aanvechten), plattelandssoevereiniteit (autonomie over traditionele zaden, gewaskeuzes, land, plattelandsgemeenschappen en traditionele instellingen) en goed leven dat de natuur als voldoende beschouwt (inclusief bestaansmiddelen, terughoudendheid om afhankelijk te zijn van particuliere landbouwmarkten). Daarentegen bestendigen belemmerende grenzen maladaptieve (vrouwen en ouderen die te weinig water, voedsel en brandhout consumeren) en precaire (vrouwen die gedwongen worden zich aan te passen aan huiselijk geweld) aanpassingen en niet-adaptieve acties (zelfmoorden onder landloze en Dalit-boeren). Deze grenzen zorgen er uiteindelijk voor dat genderongelijkheid, staatsmarktcontrole en een idee van de natuur als fundamenteel schaars in stand worden gehouden. Over het geheel genomen betoogt het proefschrift dat wetten en beleidsmaatregelen voor klimaatverandering om duurzame aanpassing voor subalterne gemeenschappen te bevorderen, de bevorderende grenzen moeten activeren en de belemmerende grenzen moeten deactiveren.
Original languageEnglish
QualificationDoctor of Philosophy
Awarding Institution
  • Tilburg University
Supervisors/Advisors
  • Goodwin, Morag, Promotor
  • Verschuuren, Jonathan, Promotor
  • Jones, P.S. , Promotor, External person
Award date11 Dec 2024
Publisher
DOIs
Publication statusPublished - 11 Dec 2024

Fingerprint

Dive into the research topics of 'Enabling limits: A subaltern theory of transforming boundary struggles for sustainable climate change adaptation'. Together they form a unique fingerprint.

Cite this