Abstract
Op 17 juli 2014 deed het HvJ uitspraak in de zaak Tahir. Dit is het zesde arrest van het HvJ over de in 2003 door de Raad vastgestelde Langdurig-ingezetenerichtlijn die begin 2006 door de lidstaten geïmplementeerd moest zijn. Het arrest Tahir is de aanleiding voor een bijdrage over deze richtlijn die de verblijfspositie en rechten van langdurig ingezeten derdelanders regelt en hen definieert. Naast het arrest Tahir zal is in deze bijdrage ook aandacht voor de andere arresten van het HvJ over depositie van langdurig ingezeten derdelanders. De vraag die centraal staat, is afgeleid van één van de doelstellingen van de Langdurig-ingezetenerichtlijn: draagt deze bij aan de gelijke behandeling van derdelanders?
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 21-31 |
Number of pages | 11 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Europees Recht |
Volume | 21 |
Issue number | 1 |
DOIs | |
Publication status | Published - 1 Feb 2015 |
Keywords
- derdelanders gelijke behandeling rechten