Abstract
De Brabantse hertog en plaatselijke heren gaven vanaf circa 1300 in Peelland, in het zuidoosten van de huidige provincie Noord-Brabant, gemeenschappelijke gronden uit aan groepen individuen, maar vooral aan lokale gemeenschappen. De aktes waarin de uitgifte en de bevoegdheid tot beheer van deze gemeintes zijn vastgelegd, bevatten vaak de oudste gegevens over het leven in de gemeenschappen. De gemeenschappelijke gronden waren eeuwenlang van groot belang voor de kleine landbouwbedrijven op de schrale Peellandse gronden. De gebruikers weidden hun vee op die gemeint, ze staken er turf en verbeterden hun akkers met heideplaggen vermengd met mest. Ze visten in de wateren en bakten stenen van het gewonnen leem. Varkens zochten naar eikels onder de op deze gronden groeiende eikenbomen. Dit gemeenschappelijke gebruik vereiste een goede organisatie. Die kreeg vorm in de jaargeboden, de jaarlijks vernieuwde regels voor het beheer van de gemeint. De groep van gebruikers bepaalde hierin niet alleen wie gebruik mocht maken van de gemeint, maar ook hoeveel producten gehaald mochten worden en welke delen voor bepaald gebruik verboden waren. Ook stelden ze functionarissen aan die overtredingen bestraften.
Opmerkelijk is dat in Peellandse jaargeboden bepalingen zijn opgenomen die niets met de gemeint te maken hebben, maar met het leven binnen de gemeenschap, zoals handel, kerkelijk leven, rechtspraak en armenzorg. Juist omdat in Peelland veel gemeintes werden uitgegeven aan gemeenschappen, gingen organisatie van het beheer van de gemeint en organisatie van het leven in de gemeenschap parallel lopen. Die gemeenschappen gingen de jaargeboden gebruiken om er ook andere bepalingen dan voor het gebruik van de gemeint in vast te leggen.
In de eerste eeuwen maakten de gebruikers de bepalingen voor het gebruik van de gemeint, waarna de schepenen als lokale rechters tijdens een rechtszitting de bepalingen bekrachtigden en de boetes op overtreding van de bepalingen vaststelden. Vanaf de zeventiende eeuw werd de rol van de gebruikers steeds meer overgenomen door de schepenen als vertegenwoordigers van de gemeenschap. Vergelijking van de verandering in de besluitvorming over de jaargeboden en besluitvorming over andere zaken binnen de gemeenschap laat zien dat die overeenkomsten vertonen. Ook bij zaken die de gemeenschap betroffen, namen belanghebbenden een besluit, waarna dit tijdens een rechtszitting werd bekrachtigd door de schepenen. Ook daar werd vanaf de zeventiende eeuw de rol van de belanghebbenden steeds meer overgenomen door de schepenen. Door hun functie als rechter konden de schepenen een positie verwerven als dagelijks bestuurder van de gemeenschap en reglementen aan de inwoners opleggen. De reglementen voor de gemeintes verloren in dit proces de kenmerkende eerdere geldigheid van een jaar.
De verschuiving van besluitvorming door de belanghebbenden naar besluitvorming namens de belanghebbenden is de uitkomst van een lange ontwikkeling. In het proefschrift wordt ook ingegaan op de achtergronden van die ontwikkelingen, zoals de veranderde opvatting over het bezit van de gemeint en de zowel door centrale organen als lokale gemeenschappen gewenste ordening van de maatschappij.
Opmerkelijk is dat in Peellandse jaargeboden bepalingen zijn opgenomen die niets met de gemeint te maken hebben, maar met het leven binnen de gemeenschap, zoals handel, kerkelijk leven, rechtspraak en armenzorg. Juist omdat in Peelland veel gemeintes werden uitgegeven aan gemeenschappen, gingen organisatie van het beheer van de gemeint en organisatie van het leven in de gemeenschap parallel lopen. Die gemeenschappen gingen de jaargeboden gebruiken om er ook andere bepalingen dan voor het gebruik van de gemeint in vast te leggen.
In de eerste eeuwen maakten de gebruikers de bepalingen voor het gebruik van de gemeint, waarna de schepenen als lokale rechters tijdens een rechtszitting de bepalingen bekrachtigden en de boetes op overtreding van de bepalingen vaststelden. Vanaf de zeventiende eeuw werd de rol van de gebruikers steeds meer overgenomen door de schepenen als vertegenwoordigers van de gemeenschap. Vergelijking van de verandering in de besluitvorming over de jaargeboden en besluitvorming over andere zaken binnen de gemeenschap laat zien dat die overeenkomsten vertonen. Ook bij zaken die de gemeenschap betroffen, namen belanghebbenden een besluit, waarna dit tijdens een rechtszitting werd bekrachtigd door de schepenen. Ook daar werd vanaf de zeventiende eeuw de rol van de belanghebbenden steeds meer overgenomen door de schepenen. Door hun functie als rechter konden de schepenen een positie verwerven als dagelijks bestuurder van de gemeenschap en reglementen aan de inwoners opleggen. De reglementen voor de gemeintes verloren in dit proces de kenmerkende eerdere geldigheid van een jaar.
De verschuiving van besluitvorming door de belanghebbenden naar besluitvorming namens de belanghebbenden is de uitkomst van een lange ontwikkeling. In het proefschrift wordt ook ingegaan op de achtergronden van die ontwikkelingen, zoals de veranderde opvatting over het bezit van de gemeint en de zowel door centrale organen als lokale gemeenschappen gewenste ordening van de maatschappij.
Original language | Dutch |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 31 Jan 2018 |
Place of Publication | Hilversum |
Publisher | |
Print ISBNs | 978-90-8704-704-7 |
Publication status | Published - 2018 |