Abstract
In dit artikel wordt ingegaan op de vraag of zich in het tijdvak 2011-2017 verplaatsingseffecten hebben voorgedaan van Nederland naar België in de productie van synthetische drugs, wietteelt en de detailhandel in verdovende middelen en hoe deze kunnen worden verklaard. De conclusie is dat verplaatsingseffecten zichtbaar zijn in modi operandi in de detailhandel. De verklaring daarvoor ligt in het weren van niet-Nederlandse ingezetenen uit de coffeeshops in het grensgebied, waardoor dealers zijn overgestapt op lokale
distributie en bezorging in België. Op de markten van wietteelt en synthetische drugs zijn verplaatsingseffecten beperkt tot kleinere aanpassingen in modi operandi. Ten aanzien van locatiekeuze zijn in de onderzochte periode geen veranderingen zichtbaar. Bij verplaatsingseffecten in de context van georganiseerde drugscriminaliteit spelen uiteenlopende verklaringsfactoren. De werkelijkheid is daarmee aanzienlijk complexer dan de veronderstelling dat waterbedeffecten met name worden veroorzaakt door interventies van de overheid.
distributie en bezorging in België. Op de markten van wietteelt en synthetische drugs zijn verplaatsingseffecten beperkt tot kleinere aanpassingen in modi operandi. Ten aanzien van locatiekeuze zijn in de onderzochte periode geen veranderingen zichtbaar. Bij verplaatsingseffecten in de context van georganiseerde drugscriminaliteit spelen uiteenlopende verklaringsfactoren. De werkelijkheid is daarmee aanzienlijk complexer dan de veronderstelling dat waterbedeffecten met name worden veroorzaakt door interventies van de overheid.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 167-186 |
Number of pages | 20 |
Journal | Tijdschrift voor Criminologie |
Volume | 63 |
Issue number | 2 |
DOIs | |
Publication status | Published - 2021 |