Abstract
Op 24 december 2021 wees de Hoge Raad arrest in de
massaalbezwaarprocedure over het sinds 2017 geldende stelsel van de vermogensrendementsheffing. Zonder de traditionele mitsen en maren wordt de strijdigheid van deze nieuwe box 3 met grondrechten erkend. Bovendien biedt
de Hoge Raad, in weerwil van zijn eigen paradigma, rechtsherstel op het niveau van de regelgeving. Beide elementen zijn bijzonder, reden om aan dit arrest en zijn voorgangers aandacht te besteden.In deze bijdrage over het Kerstarrest geef ik eerst een globale beschouwing over de basis voor belastingheffing van vermogensbezitters, daartoe behoort ook de sinds 2001 geldende
vermogensrendementsheffing. Aangezien deze heffingstechniek gebaseerd is op uiteenlopende veronderstellingen staat ze op gespannen voet met fundamentele mensenrechten zoals het eigendomsrecht. Na een korte analyse van dit
grondrecht volgt een overzicht van de jurisprudentie die in
de afgelopen tien jaar, zowel op stelselniveau als op individueel niveau, over de vermogensrendementsheffing is gewezen. Dat zal leiden tot een analyse van het Kerstarrest en de weerbarstige inhoudelijke rafels die zijn ontstaan als gevolg van de door de cassatierechter doorgehakte knoop. Daarbij
wordt met name aandacht besteed aan de verschillen in zijn oordelenover beide stelsels van de vermogensrendementsheffing.
massaalbezwaarprocedure over het sinds 2017 geldende stelsel van de vermogensrendementsheffing. Zonder de traditionele mitsen en maren wordt de strijdigheid van deze nieuwe box 3 met grondrechten erkend. Bovendien biedt
de Hoge Raad, in weerwil van zijn eigen paradigma, rechtsherstel op het niveau van de regelgeving. Beide elementen zijn bijzonder, reden om aan dit arrest en zijn voorgangers aandacht te besteden.In deze bijdrage over het Kerstarrest geef ik eerst een globale beschouwing over de basis voor belastingheffing van vermogensbezitters, daartoe behoort ook de sinds 2001 geldende
vermogensrendementsheffing. Aangezien deze heffingstechniek gebaseerd is op uiteenlopende veronderstellingen staat ze op gespannen voet met fundamentele mensenrechten zoals het eigendomsrecht. Na een korte analyse van dit
grondrecht volgt een overzicht van de jurisprudentie die in
de afgelopen tien jaar, zowel op stelselniveau als op individueel niveau, over de vermogensrendementsheffing is gewezen. Dat zal leiden tot een analyse van het Kerstarrest en de weerbarstige inhoudelijke rafels die zijn ontstaan als gevolg van de door de cassatierechter doorgehakte knoop. Daarbij
wordt met name aandacht besteed aan de verschillen in zijn oordelenover beide stelsels van de vermogensrendementsheffing.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 25 |
Pages (from-to) | 4-20 |
Number of pages | 17 |
Journal | MBB: Belastingbeschouwingen: Onafhankelijk Maandblad voor Belastingrecht en Belastingpraktijk |
Volume | 2022 |
Issue number | 8 |
Publication status | Published - 3 Jun 2022 |
Keywords
- Artikel 1 EP
- Eigendomsrecht
- Gelijkheidsbeginsel
- proportionaliteit
- Vermogensrendementsheffing
- hoge raad