Abstract
In de eerste twee delen van het rechtshistorische drieluik over de nalatenschap van de Tweede Wereldoorlog zijn de verhalen verteld over het Nederlands Beheersinstituut (NBI) en zijn relatie met de Belastingdienst tegen de achtergrond
van de wederopbouw van Nederland. In het derde, afsluitende deel wordt de positie van Joodse vermogensbezitters onderzocht, waarbij wordt geanalyseerd op welke wijze hun rechtsherstel vorm heeft gekregen en welke rol de
belastingheffing daarbij heeft gespeeld. Aansluitend wordt de bijzondere status geanalyseerd van de groep Joodse vluchtelingen met een oorspronkelijk Duitse nationaliteit. Dit staatburgerschap kleurt de relatie tussen een individu
en ‘zijn’ staat. Die wortels met de geboortegrond vertegenwoordigen voor veel mensen een grote waarde: onze nationaliteit bepaalt mede wie we zijn. Duitse Joden die om gegronde redenen hun woonland waren ontvlucht, werd
deze identiteit echter door de eigen regering ontnomen. In juridische en praktische zin was deze groep stateloos. De Nederlandse regering heeft deze status schoorvoetend erkend maar volhardde in een formele interpretatie van de
tekst van het Besluit Vijandelijk Vermogen (Besluit E 133) waardoor deze groep ten aanzien van het vermogen toch als vijandelijke onderdaan werd aangemerkt. Hun vermogen ging zodoende van rechtswege over naar de Nederlandse
staat en kon alleen worden teruggekregen via naturalisatie, een verzoek tot ontvijanding of het benutten van de optie in de Bestemmingswet.
Een overkoepelende conclusie inzake het pijnlijke rechtsherstel in het naoorlogse Nederland sluit dit laatste onderdeel van het rechtshistorische drieluik af.
van de wederopbouw van Nederland. In het derde, afsluitende deel wordt de positie van Joodse vermogensbezitters onderzocht, waarbij wordt geanalyseerd op welke wijze hun rechtsherstel vorm heeft gekregen en welke rol de
belastingheffing daarbij heeft gespeeld. Aansluitend wordt de bijzondere status geanalyseerd van de groep Joodse vluchtelingen met een oorspronkelijk Duitse nationaliteit. Dit staatburgerschap kleurt de relatie tussen een individu
en ‘zijn’ staat. Die wortels met de geboortegrond vertegenwoordigen voor veel mensen een grote waarde: onze nationaliteit bepaalt mede wie we zijn. Duitse Joden die om gegronde redenen hun woonland waren ontvlucht, werd
deze identiteit echter door de eigen regering ontnomen. In juridische en praktische zin was deze groep stateloos. De Nederlandse regering heeft deze status schoorvoetend erkend maar volhardde in een formele interpretatie van de
tekst van het Besluit Vijandelijk Vermogen (Besluit E 133) waardoor deze groep ten aanzien van het vermogen toch als vijandelijke onderdaan werd aangemerkt. Hun vermogen ging zodoende van rechtswege over naar de Nederlandse
staat en kon alleen worden teruggekregen via naturalisatie, een verzoek tot ontvijanding of het benutten van de optie in de Bestemmingswet.
Een overkoepelende conclusie inzake het pijnlijke rechtsherstel in het naoorlogse Nederland sluit dit laatste onderdeel van het rechtshistorische drieluik af.
Translated title of the contribution | The painful recovery: Part 3: the stateless |
---|---|
Original language | Dutch |
Article number | 50 |
Pages (from-to) | 49-61 |
Number of pages | 13 |
Journal | MBB: Belastingbeschouwingen: Onafhankelijk Maandblad voor Belastingrecht en Belastingpraktijk |
Volume | 2023 |
Issue number | 16 |
Publication status | Published - 15 Dec 2023 |
Event | Goed fout : Rechtsherstel naoorlogse jaren - Belasting- en douanemuseum, Rotterdam, Netherlands Duration: 1 Dec 2023 → 5 May 2024 https://www.bdmuseum.nl/tentoonstellingen/goed-fout/ |
Keywords
- belastingen
- statelessness
- joodse vluchtelingen
- vermogen
- naoorlogs rechtsherstel