Horizontale samenwerking en het mededingingsrecht

Saskia Lavrijssen, Tim van Helfteren

Research output: Chapter in Book/Report/Conference proceedingChapterProfessional

119 Downloads (Pure)

Abstract

Het mededingingsrecht heeft als doel het bewaken van een gelijk speelveld en concurrentie tussen ondernemingen. Dit leidt tot economische efficiëntie wat uiteindelijk de consument ten goede komt. Artikel 101(1) van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) vormt de basis van een van de pijlers van het mededingingsrecht. Artikel 101(1) VWEU verbiedt niet enkel de klassieke prijskartels, maar is ook van toepassing op horizontale samenwerking tussen ondernemingen. De Commissie is zich er van bewust dat horizontale overeenkomsten economische voordelen kunnen voortbrengen. In een eerder beleidsrapport heeft de Commissie tevens benadrukt dat wegvervoer een onmisbaar onderdeel vormt van de Europese interne markt. Naar aanleiding van de COVID-19 uitbraak heeft de Commissie recent duidelijk gemaakt dat verschillende vormen van samenwerking geen mededingingsbezwaren creëren, mits voldoende garanties op voorhanden zijn. Bijvoorbeeld, samenwerking op het gebied van gezamenlijk vervoer van inputmaterialen of het aggregeren van niet-geïndividualiseerde informatie over productie en capaciteit kan bijdragen aan het opvangen van tekorten aan essentiële producten tijdens de COVID-19 crisis. Ondanks het feit dat de Commissie en nationale mededingingsautoriteiten hebben verklaard het mededingingsrecht niet actief te handhaven met betrekking tot gevallen van voorzieningszekerheid en distributie van schaarse producten, blijft Artikel 101 VWEU nog altijd van toepassing op horizontale samenwerkingsovereenkomsten.
Dit hoofdstuk bespreekt drie mededingingsrechtelijke vraagstukken die relevant zijn voor horizontale samenwerking via het Compose platform. Ten eerste wordt ingegaan op de situaties waarin informatie-uitwisseling tussen ondernemingen onder het verbod van Artikel 101(1) VWEU valt. Ten tweede wordt ingegaan op de gevallen waarin eventueel verboden afspraken kunnen worden vrijgesteld op grond van economische en niet-economische gronden onder Artikel 101(3) VWEU. Als laatste bespreekt dit hoofdstuk hoe de governance van een samenwerkingsplatform de kans op overtredingen van het mededingingsrecht kan verkleinen.
Original languageDutch
Title of host publicationCompose
Subtitle of host publicationStrategisch logistiek samenwerken
EditorsGoos Kant, Nanne Schriek, Egbert Guis
Place of PublicationTilburg
Pages82-90
Number of pages9
Publication statusPublished - 9 Sept 2020

Cite this