TY - JOUR
T1 - In VIVO anderhalf jaar onderweg!
AU - de Kroon, C.D.
AU - van Luijk, S.J.
AU - Busari, J.O.
AU - Schutte, M.F.
AU - de Vreede, I.
AU - Scheele, F.
AU - de Bont, A.A.
AU - Wallenburg, I.
AU - Diemen-Steenvoorde, J.A.A.M.
PY - 2008
Y1 - 2008
N2 - In 2004 werden, op voorspraak van het Centraal College Medische Specialismen (CCMS), de wettelijke kaders voor de opleiding van medisch specialisten aangepast aan de moderne inzichten voor volwassenen-educatie. De gynaecologen en kinderartsen waren de eersten die hun curriculum moderniseerden; deze bevinden zich in het kader van het In VIVO-project in de implementatiefase. In dit artikel laten we de vorderingen van het project zien en beschrijven we de eerste lessen die zijn geleerd.Bij aanvang van het project is een aantal keuzes gemaakt: kinderartsen en gynaecologen trekken samen op, decentrale aansturing vanuit de Onderwijs en Opleidingsregio's (OOR's), beginnen met de jongerejaars, professionalisering van de artsen in opleiding tot specialist (aios), en ontwikkeling van onderwijskundige richtlijnen en ‘best practices’. Inmiddels zijn de eerste resultaten van de implementatie bekend; bij het beoordelen ervan is goede ervaring opgedaan met een gecombineerde kwalitatieve (‘resultaatbesprekingen’) en kwantitatieve (enquêteren van aios) evaluatie. In alle OOR's wordt met de moderne onderwijskundige instrumenten gewerkt. De inbreng van onderwijskundigen is hierbij onontbeerlijk. De opleidingen Kindergeneeskunde en Obstetrie & Gynaecologie verschillen echter dusdanig dat samenwerking niet op elk onderdeel van de implementatie effectief bleek. Aangezien voor implementatie voldoende ‘kritische massa’ nodig is, is voor de kleinere specialismen samenwerking bij de implementatie aangewezen.In de zomer van 2008 zijn de eerste onderwijskundige richtlijnen gepresenteerd. Professionalisering van de aios is een belangrijke succesfactor: aios moeten, net als opleiders, getraind worden in het effectief gebruik maken van de door de CCMS opgelegde beoordelingsinstrumenten. Binnenkort zullen ook de andere specialismen aan de slag gaan met het implementeren van gemoderniseerde curricula voor het opleiden van medisch specialisten. Hoewel het belangrijk is dat een verandering ‘eigen’ is, kunnen uit de ervaringen van In VIVO een aantal lessen geleerd worden waarmee een ieder zijn voordeel kan doen.
AB - In 2004 werden, op voorspraak van het Centraal College Medische Specialismen (CCMS), de wettelijke kaders voor de opleiding van medisch specialisten aangepast aan de moderne inzichten voor volwassenen-educatie. De gynaecologen en kinderartsen waren de eersten die hun curriculum moderniseerden; deze bevinden zich in het kader van het In VIVO-project in de implementatiefase. In dit artikel laten we de vorderingen van het project zien en beschrijven we de eerste lessen die zijn geleerd.Bij aanvang van het project is een aantal keuzes gemaakt: kinderartsen en gynaecologen trekken samen op, decentrale aansturing vanuit de Onderwijs en Opleidingsregio's (OOR's), beginnen met de jongerejaars, professionalisering van de artsen in opleiding tot specialist (aios), en ontwikkeling van onderwijskundige richtlijnen en ‘best practices’. Inmiddels zijn de eerste resultaten van de implementatie bekend; bij het beoordelen ervan is goede ervaring opgedaan met een gecombineerde kwalitatieve (‘resultaatbesprekingen’) en kwantitatieve (enquêteren van aios) evaluatie. In alle OOR's wordt met de moderne onderwijskundige instrumenten gewerkt. De inbreng van onderwijskundigen is hierbij onontbeerlijk. De opleidingen Kindergeneeskunde en Obstetrie & Gynaecologie verschillen echter dusdanig dat samenwerking niet op elk onderdeel van de implementatie effectief bleek. Aangezien voor implementatie voldoende ‘kritische massa’ nodig is, is voor de kleinere specialismen samenwerking bij de implementatie aangewezen.In de zomer van 2008 zijn de eerste onderwijskundige richtlijnen gepresenteerd. Professionalisering van de aios is een belangrijke succesfactor: aios moeten, net als opleiders, getraind worden in het effectief gebruik maken van de door de CCMS opgelegde beoordelingsinstrumenten. Binnenkort zullen ook de andere specialismen aan de slag gaan met het implementeren van gemoderniseerde curricula voor het opleiden van medisch specialisten. Hoewel het belangrijk is dat een verandering ‘eigen’ is, kunnen uit de ervaringen van In VIVO een aantal lessen geleerd worden waarmee een ieder zijn voordeel kan doen.
U2 - 10.1007/bf03078293
DO - 10.1007/bf03078293
M3 - Article
SN - 1389-6555
VL - 27
SP - 304
EP - 309
JO - Tijdschrift voor Medisch Onderwijs
JF - Tijdschrift voor Medisch Onderwijs
IS - 6
ER -