Inkomensafhankelijke combinatiekorting co-ouders: Regels soepeler toepassen

Research output: Contribution to journalCase noteProfessional

260 Downloads (Pure)

Abstract

Noot bij HR, 13 maart 2020, 19/02042, ECLI:NL:HR:2020:415 waarin de Hoge Raad het 'doorgaans' criterium soepel toepast. Om de inkomensafhankelijke combinatiekorting (hierna: iack) te kunnen claimen dienen belastingplichtige(n) en het ‘zorgkind’ op hetzelfde woonadres te staan ingeschreven. Een co-ouder hoeft niet aan die formele inschrijvingseis te voldoen als het verblijf van het zorgkind bij hem of haar meer dan bijkomstig is. Dat vereiste van ‘tot het huishouden behoren’ is eerder door de Hoge Raad getalsmatige ingevuld met de eis van het “doorgaans tenminste 3 tot 3,5 dagen per week” verblijf houden. Met deze uitspraak wordt een andere route genomen. De kentering kleurt niet alleen de
‘oude’ jurisprudentie anders in, ze herschrijft in feite ook de tekst van artikel 44b Uitv.reg IB 2001. Door echter te suggereren dat nu niet anders, maar slechts ruimer wordt beslist dan in de eerdere uitspraken stelt de Hoge Raad dat
zijn oude beslissingen nog steeds staan. Van een daadwerkelijk omgaan lijkt zodoende geen sprake, zodat het treffen van overgangsrecht niet nodig is. Toch creëert deze uitspraak onduidelijkheid: de uitkomsten onder deze nieuwe visie zijn immers niet hetzelfde als onder de oude uitspraken. En wat is nog de waarde van de tekst in de uitvoeringsregeling? Het arrest kan mijns inziens niet anders worden gezien dan als een omgaan van de Hoge Raad, zij het verdekt.
Original languageDutch
Pages (from-to)3-7
Number of pages5
JournalNLFiscaal
Volume2020
Issue number0711
Publication statusPublished - 26 Mar 2020

Court cases

CourtHoge Raad
Date of judgement13/03/20
ECLI ID:NL:HR:2020:415
Case number19/02042

Cite this