Abstract
Publiekssamenvatting Proefschrift Integrated care for childhood overweight and obesity
Aanleiding voor het onderzoek
Overgewicht en obesitas bij kinderen komen wereldwijd en in Nederland vaak voor. Een op de zeven kinderen in Nederland heeft overgewicht of obesitas. Overgewicht en obesitas vormen vanwege de multifactoriële aard een complex probleem en een enorme uitdaging voor de kinderen zelf en de maatschappij als geheel. In ’s-Hertogenbosch werken GGD Hart voor Brabant, het Jeroen Bosch Ziekenhuis en de gemeente ’s-Hertogenbosch aan de ontwikkeling en implementatie van de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht. Zij doen dit samen met lokale netwerkpartners, zoals huisartsen en scholen in de wijk. In Kind naar Gezonder Gewicht heeft de jeugdverpleegkundige een belangrijke rol als centrale zorgverlener. De centrale zorgverlener begeleidt kinderen met overgewicht en hun ouders en coördineert de samenwerking met andere professionals.
Methode en onderzoeksvragen
Met interviews en vragenlijsten werden het implementatieproces en het effect van de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht in ’s-Hertogenbosch geëvalueerd. De volgende vragen waren leidend:
•Lukt het de jeugdverpleegkundige om de nieuwe rol van centrale zorgverlener uit te voeren?
•Wat zijn de ervaringen van ouders en kinderen met de nieuwe aanpak?
•Hoe verloopt de samenwerking met andere professionals?
•Wat is het effect van de aanpak op kwaliteit van leven en mate van overgewicht van kinderen?
Belangrijkste resultaten, conclusies en aanbevelingen
De implementatie van Kind naar Gezonder Gewicht in ’s-Hertogenbosch en de rol van de centrale zorgverlener daarin blijkt nog niet volledig en niet optimaal. Optimalisering van de implementatie van Kind naar Gezonder Gewicht, de rol van de centrale zorgverlener en samenwerking in een netwerk van professionals kost tijd en vraagt om continue en blijvende aandacht.
Jeugdverpleegkundigen vinden zichzelf in staat om de rol van centrale zorgverlener uit te voeren en vinden deze nieuwe rol passend. Het blijkt echter lastig om deze rol echt onderdeel te maken van het dagelijkse werk van de jeugdverpleegkundigen. Gebrek aan tijd, capaciteit en de vele andere prioriteiten in de jeugdgezondheidszorg worden genoemd als belemmerende factoren.
Ouders en kinderen zijn tevreden over de jeugdverpleegkundige als centrale zorgverlener en voelen zich gesteund. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de aanbeveling gedaan om de rol van de centrale zorgverlener te versterken bijvoorbeeld door het faciliteren van opleiding en intervisie en het maken van afspraken over hoeveel tijd de centrale zorgverleners aan deze rol kunnen besteden.
Ten aanzien van de samenwerking blijkt dat andere netwerkpartners enthousiast zijn over Kind naar Gezonder Gewicht in ’s-Hertogenbosch. Zij delen allen eenzelfde visie en waarderen de rol van de centrale zorgverlener. Het bouwen en onderhouden van een sterk netwerk van professionals kost veel tijd. Professionals uit het medische, sociale en publieke domein zijn allemaal nodig om passende zorg en ondersteuning te bieden. Nog niet ieders rol en verantwoordelijkheid zijn helder. Een tweede aanbeveling is daarom om de taken, rollen en verwachtingen van de centrale zorgverlener en de andere professionals in de aanpak te verduidelijken. Ook wordt aanbevolen om de organisatie van Kind naar Gezonder Gewicht verder te ontwikkelen en de samenwerking in het netwerk te versterken.
Wat het effect van de aanpak betreft, blijkt dat in het huidige stadium van implementatie van Kind naar Gezonder Gewicht in ’s-Hertogenbosch na een jaar follow up geen extra effect kon worden aangetoond van de nieuwe aanpak ten opzichte van zorg als gebruikelijk. Hoopgevend is wel dat na drie maanden meer verbetering gezien werd in kwaliteit van leven van kinderen met overgewicht en obesitas in de Kind naar Gezonder Gewicht aanpak in ’s-Hertogenbosch in vergelijking met kinderen in de vergelijkingsgroep.
Het proefschrift kan worden opgevraagd via het secretariaat van Tranzo ([email protected])
Aanleiding voor het onderzoek
Overgewicht en obesitas bij kinderen komen wereldwijd en in Nederland vaak voor. Een op de zeven kinderen in Nederland heeft overgewicht of obesitas. Overgewicht en obesitas vormen vanwege de multifactoriële aard een complex probleem en een enorme uitdaging voor de kinderen zelf en de maatschappij als geheel. In ’s-Hertogenbosch werken GGD Hart voor Brabant, het Jeroen Bosch Ziekenhuis en de gemeente ’s-Hertogenbosch aan de ontwikkeling en implementatie van de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht. Zij doen dit samen met lokale netwerkpartners, zoals huisartsen en scholen in de wijk. In Kind naar Gezonder Gewicht heeft de jeugdverpleegkundige een belangrijke rol als centrale zorgverlener. De centrale zorgverlener begeleidt kinderen met overgewicht en hun ouders en coördineert de samenwerking met andere professionals.
Methode en onderzoeksvragen
Met interviews en vragenlijsten werden het implementatieproces en het effect van de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht in ’s-Hertogenbosch geëvalueerd. De volgende vragen waren leidend:
•Lukt het de jeugdverpleegkundige om de nieuwe rol van centrale zorgverlener uit te voeren?
•Wat zijn de ervaringen van ouders en kinderen met de nieuwe aanpak?
•Hoe verloopt de samenwerking met andere professionals?
•Wat is het effect van de aanpak op kwaliteit van leven en mate van overgewicht van kinderen?
Belangrijkste resultaten, conclusies en aanbevelingen
De implementatie van Kind naar Gezonder Gewicht in ’s-Hertogenbosch en de rol van de centrale zorgverlener daarin blijkt nog niet volledig en niet optimaal. Optimalisering van de implementatie van Kind naar Gezonder Gewicht, de rol van de centrale zorgverlener en samenwerking in een netwerk van professionals kost tijd en vraagt om continue en blijvende aandacht.
Jeugdverpleegkundigen vinden zichzelf in staat om de rol van centrale zorgverlener uit te voeren en vinden deze nieuwe rol passend. Het blijkt echter lastig om deze rol echt onderdeel te maken van het dagelijkse werk van de jeugdverpleegkundigen. Gebrek aan tijd, capaciteit en de vele andere prioriteiten in de jeugdgezondheidszorg worden genoemd als belemmerende factoren.
Ouders en kinderen zijn tevreden over de jeugdverpleegkundige als centrale zorgverlener en voelen zich gesteund. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de aanbeveling gedaan om de rol van de centrale zorgverlener te versterken bijvoorbeeld door het faciliteren van opleiding en intervisie en het maken van afspraken over hoeveel tijd de centrale zorgverleners aan deze rol kunnen besteden.
Ten aanzien van de samenwerking blijkt dat andere netwerkpartners enthousiast zijn over Kind naar Gezonder Gewicht in ’s-Hertogenbosch. Zij delen allen eenzelfde visie en waarderen de rol van de centrale zorgverlener. Het bouwen en onderhouden van een sterk netwerk van professionals kost veel tijd. Professionals uit het medische, sociale en publieke domein zijn allemaal nodig om passende zorg en ondersteuning te bieden. Nog niet ieders rol en verantwoordelijkheid zijn helder. Een tweede aanbeveling is daarom om de taken, rollen en verwachtingen van de centrale zorgverlener en de andere professionals in de aanpak te verduidelijken. Ook wordt aanbevolen om de organisatie van Kind naar Gezonder Gewicht verder te ontwikkelen en de samenwerking in het netwerk te versterken.
Wat het effect van de aanpak betreft, blijkt dat in het huidige stadium van implementatie van Kind naar Gezonder Gewicht in ’s-Hertogenbosch na een jaar follow up geen extra effect kon worden aangetoond van de nieuwe aanpak ten opzichte van zorg als gebruikelijk. Hoopgevend is wel dat na drie maanden meer verbetering gezien werd in kwaliteit van leven van kinderen met overgewicht en obesitas in de Kind naar Gezonder Gewicht aanpak in ’s-Hertogenbosch in vergelijking met kinderen in de vergelijkingsgroep.
Het proefschrift kan worden opgevraagd via het secretariaat van Tranzo ([email protected])
Original language | English |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 10 Mar 2022 |
Place of Publication | Enschede |
Publisher | |
Print ISBNs | 978-94-6421-615-8 |
Publication status | Published - 10 Mar 2022 |