Abstract
In navolging van de somatische zorg is ook binnen de ggz de laatste jaren langzaam maar zeker de goede gewoonte gegroeid om het niet meer uitsluitend aan de behandelaars over te laten hoe zij hun therapieën uitvoeren, maar om die uitvoering te sturen en te reguleren via richtlijnen en protocollen. Deze sturingsmechanismen worden zo veel mogelijk gebaseerd op wetenschappelijke bevindingen. De waarde van die wetenschappelijke onderbouwing wordt daarbij genuanceerd door rekening te houden met de omvang en de kwaliteit van de onderliggende onderzoeken, en met de eenduidigheid van de bevindingen. De actuele toepasbaarheid in de praktijk van de richtlijnen en protocollen voor diverse problemen verschilt daarmee. Zo is, in het algemeen gesproken, de wetenschappelijke onderbouwing voor allerlei handelswijzen binnen de curesector van de ggz sterker dan die binnen de caresector. Dus zijn ook de evidence-based protocollen in de curesector dominanter.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 248-273 |
Journal | Dth: Directieve Therapie |
Volume | 37 |
Issue number | 4 |
Publication status | Published - 2017 |