Noot bij: Centrale Raad van Beroep (18-04-2013)

B. van der Vorm

Research output: Memorandum/expositionCase noteProfessional

139 Downloads (Pure)

Abstract

Het college en de rechtbank hebben de twee gedragingen waaraan appellant zich heeft schuldig gemaakt terecht gekwalificeerd als zeer ernstig plichtsverzuim. Hierbij is in ogenschouw genomen dat appellant een functie bekleedt, waarin hij activiteiten organiseert en uitvoert waarbij kinderen aan zijn zorgen en toezicht worden toevertrouwd. Dat een van de gedragingen zich in de privésfeer afspeelde sluit niet uit dat deze gedraging plichtsverzuim kan opleveren. Hiervan is in dit geval sprake, nu van appellant gezien zijn functie mocht worden geëist dat hij (ook in
seksueel opzicht) van onbesproken gedrag is. Nu niet is gebleken dat de gedragingen niet aan appellant kunnen worden toegerekend, was het college bevoegd appellant een disciplinaire straf op te leggen.
Original languageDutch
Project No.11/5230 AW
File no.101
Finished18/04/13
Publication statusPublished - 2014

Publication series

NameAB Rechtspraak Bestuursrecht
No.12, p 642-649
Volume2014

Cite this