Over artikel 3:4 lid 2 BW als zelfstandige grond voor bestanddeelvorming: Een bespreking en analyse naar aanleiding van Zalco II

Research output: Contribution to journalArticleScientificpeer-review

Abstract

Op 13 november 2020 heeft de Hoge Raad het tweede Zalco-arrest gewezen. In dit arrest staat centraal of het in de ovens gestold aluminium bestanddeel is geworden van en dientengevolge is nagetrokken aan de ovens. De Hoge Raad geeft een nadere uitleg over de gronden waarop bestanddeelvorming (artikel 3:4 BW) kan plaatsvinden. In deze bijdrage wordt het tweede Zalco-arrest aan een nadere analyse onderworpen. De auteur gaat daarbij in op twee vragen. Er wordt ingegaan op de vraag of er, zoals thans het geval is, zelfstandige betekenis dient toe te komen aan artikel 3:4 lid 2 BW naast artikel 3:4 lid 1 BW en of het arrest van de Hoge Raad te verenigen is met de ratio achter natrekking. Auteur komt tot de conclusie dat de door de Hoge Raad gegeven uitleg van artikel 3:4 BW niet wenselijk is en wendt zich tot de wetgever met voorstellen voor een aanpassing van de wet.
Original languageDutch
Pages (from-to)55-64
Number of pages10
JournalNederlands Tijdschrift voor Handelsrecht
Volume2021
Issue number2
Publication statusPublished - 2021

Cite this