Abstract
De huidige juridische infrastructuur om parlementair wangedrag dat verder gaat dan onparlementair taalgebruik effectief aan te pakken ontbreekt. Dat heeft enerzijds te maken met het feit dat fracties op dit punt vaak rechter in eigen zaak spelen en dikwijls meer bezig lijken met imagobescherming dan met een zorgvuldige afhandeling van klachten, en anderzijds met het feit dat klagen over grensoverschrijdend gedrag door mensen in een afhankelijkheidspositie thans weinig juridische waarborgen kent. Dit terwijl het ook voor beklaagde parlementariërs in de praktijk vaak aantrekkelijker lijkt om de eer aan zichzelf te houden en extern onderzoek niet af te wachten.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 165-178 |
Number of pages | 14 |
Journal | RegelMaat |
Volume | 38 |
Issue number | 2 |
DOIs | |
Publication status | Published - 24 Jun 2022 |
Keywords
- parlementaire integriteit, grensoverschrijdend gedrag, klachtprocedure, Gündogan-affaire