Abstract
Gedurende vijftiende eeuw manifesteert zich in Italië het humanisme: de belangstelling voor, met name de literatuur, van de klassieke Oudheid is groot. Gedurende diezelfde eeuw vinden verschillende concilies plaats waarbij het gaat om de vraag wie de algemeen erkende paus is en of Avignon of Rome zijn verblijfplaats zal zijn. Medio vijftiende eeuw is er weer één paus en hij zetelt in Rome. Tegen deze historische achtergrond moet mijn onderzoek geplaatst worden.
Mijn onderzoeksvraag betreft het optreden van paus Paulus II ten aanzien van het college der abbreviatoren (secretarissen binnen de curie): waarom heeft hij hun aantal gereduceerd en hoe werd gereageerd op zijn maatregel? Daarnaast heb ik onderzocht of de aanklacht van een samenzwering tegen enkele leden van de Accademia Romana (een groepje humanisten) in 1468 terecht is geweest. De door mij gehanteerde onderzoeksmethode verliep via het bestuderen van veelal in het Latijn opgestelde documenten uit de genoemde tijd en wetenschappelijke literatuur.
Wat betreft de eerste vraag heb ik verschillende pauselijke bullen bestudeerd en kom ik tot de conclusie dat er financiële redenen waren voor de reductie. Met betrekking tot de tweede vraag heb de verschillende punten van de aanklacht in historisch perspectief geplaatst en vervolgens aan de hand van literaire bronnen onderzocht of er goede redenen waren voor de verdenking. Mijn conclusie luidt dat er onvoldoende redenen waren om de bedoelde leden van de Accademia op te sluiten.
De relevantie van dit onderzoek is gelegen in de vraag hoe machthebbers omgaan met nieuwe ontwikkelingen – in casu het humanisme – en met mensen die kritisch meegaan met deze ontwikkelingen. Langs deze weg kom ik tot een beeld van paus Paulus II: hij was bevreesd voor het onbekende en wilde vasthouden aan zijn machtspositie. Hij stond niet open voor nieuwe wetenschappelijke inzichten en omringde zich met mensen die hem steunden. Daarmee week hij af van een meer open houding van zijn voorganger, Pius II, en zijn opvolger, Sixtus IV.
Mijn onderzoeksvraag betreft het optreden van paus Paulus II ten aanzien van het college der abbreviatoren (secretarissen binnen de curie): waarom heeft hij hun aantal gereduceerd en hoe werd gereageerd op zijn maatregel? Daarnaast heb ik onderzocht of de aanklacht van een samenzwering tegen enkele leden van de Accademia Romana (een groepje humanisten) in 1468 terecht is geweest. De door mij gehanteerde onderzoeksmethode verliep via het bestuderen van veelal in het Latijn opgestelde documenten uit de genoemde tijd en wetenschappelijke literatuur.
Wat betreft de eerste vraag heb ik verschillende pauselijke bullen bestudeerd en kom ik tot de conclusie dat er financiële redenen waren voor de reductie. Met betrekking tot de tweede vraag heb de verschillende punten van de aanklacht in historisch perspectief geplaatst en vervolgens aan de hand van literaire bronnen onderzocht of er goede redenen waren voor de verdenking. Mijn conclusie luidt dat er onvoldoende redenen waren om de bedoelde leden van de Accademia op te sluiten.
De relevantie van dit onderzoek is gelegen in de vraag hoe machthebbers omgaan met nieuwe ontwikkelingen – in casu het humanisme – en met mensen die kritisch meegaan met deze ontwikkelingen. Langs deze weg kom ik tot een beeld van paus Paulus II: hij was bevreesd voor het onbekende en wilde vasthouden aan zijn machtspositie. Hij stond niet open voor nieuwe wetenschappelijke inzichten en omringde zich met mensen die hem steunden. Daarmee week hij af van een meer open houding van zijn voorganger, Pius II, en zijn opvolger, Sixtus IV.
Original language | Dutch |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 27 Sept 2023 |
Place of Publication | [s.l.] |
Publisher | |
DOIs | |
Publication status | Published - 27 Sept 2023 |