Rechtvaardigheid in het gedrang

Research output: Contribution to journalArticleScientific

Abstract

Met alle respect voor de enorme hoeveelheid wetgevende arbeid die is verzet moet toch geconcludeerd worden dat het op essentiële punten schort aan de door Fuller gepropageerde wederkerigheid. Het ontbreken van een serieus parlementair - en maatschappelijk - debat over de hoofdlijnen van de nieuwe inkomstenbelasting duidt op een tekort aan respect van de wetgever voor het democratiebeginsel. Bovendien is het draagkrachtbeginsel gemangeld door de strikte scheiding tussen boxen zonder verliesverrekening en de forfaitaire rendementsheffing. Ook het gelijkheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel hadden meer respect verdient. Dit gaat ten koste van de legitimiteit van de Wet IB 2001 die op belangrijke punten door de burger als onrechtvaardig ervaren zal worden. In de directe toekomst zal de burger zich tot de rechter wenden om dit legitimiteitstekort te repareren. Ik verwacht dan ook dat de Hoge Raad - of eventueel het Europese Hof voor de Rechten van de Mens - bijvoorbeeld het schrappen van de aftrek van de werkelijke arbeidskosten als (ongeoorloofde) discriminatie zal kwalificeren. Op langere termijn zal de Wet IB 2001 slechts een tussenstation blijken te zijn op weg naar een flat tax, vlaktaks in rond hollands, een inkomstenbelasting met één laag tarief. De wetenschappelijke discussie daarover is al ontbrand.
Original languageDutch
Pages (from-to)209-215
Number of pages7
JournalNederlands tijdschrift voor rechtsfilosofie en rechtstheorie = Netherlands journal for legal philosophy and jurisprudence
Volume30
Issue number3
Publication statusPublished - 2001

Cite this