Abstract
Waarom is dit onderzoek belangrijk
De relatie tussen werk en technologie staat weer volop in de belangstelling door recente doorbra-ken in kunstmatige intelligentie, denk onder andere aan Chat-GPT. De beste manier om innovatie op het werk in goede banen te leiden, is uiteindelijk door werknemers goed bij het innovatiepro-ces te betrekken. In Nederland hebben we daar al een middel voor: namelijk de ondernemings-raad. De wet op ondernemingsraden (WOR) kent een aantal bepalingen die rechten geven met betrekking tot technologie, bijvoorbeeld een adviesrecht op het invoeren van nieuwe technologie. Het probleem is alleen dat die bepalingen uit 1998 komen of zelfs nog ouder zijn. Niemand is sinds-dien nagegaan of deze bepalingen wel werken, laat staan of aansluiten bij moderne technologie. Dit onderzoek doet dat wel. Daarbij is specifiek de verpleeghuissector onderzocht. Die staat er om bekend dat ze nu nog volop aan het innoveren zijn én zich relatief netjes aan de WOR houden. Als deze bepalingen kortom daar niet eens functioneren, dan functioneren ze nergens. Terwijl het goed functioneren van die bepalingen heel belangrijk is voor de relatie tussen werk en technologie vandaag en in de toekomst.
Onderzoeksvraag en methoden
‘Wat is de betekenis van de door de Wet op de ondernemingsraden aan ondernemingsraden toe-gekende rechten in technologische innovatieprocessen in de praktijk van de verpleeghuiszorg?’
Dit onderzoek valt onder de noemer ‘Empirical Legal Studies’. Dat wil zeggen dat een juridische vraagstelling, met (deels) sociaal wetenschappelijke methoden wordt beantwoord. De wet is in kaart gebracht door middel van juridische methoden, waaronder grootschalig jurisprudentieonder-zoek en archiefonderzoek. De praktijk van zowel de ondernemingsraad als het innovatieproces is in kaart gebracht met een serie interviews, die geanalyseerd zijn via een grounded theory aanpak. Vervolgens zijn die twee met elkaar vergeleken.
Resultaten
• Het is voor het slagen van het innovatie proces erg belangrijk om het personeel goed te be-trekken en aan te sluiten bij wat zij nodig hebben. Daarvoor kan het best direct met het personeel gecommuniceerd worden en is de ondernemingsraad dus niet perse nodig.
• De ondernemingsraad wordt wel vroegtijdig betrokken bij innovaties, maar dat is vooral om de verstandhouding tussen ondernemingsraad en bestuur goed te houden. Niet vanwege het slagen van de innovatie.
• Een van de uitkomsten van dit onderzoek is een model dat verklaart hoe innovatieproces-sen in de zorg tot stand komen en welke 7 stappen een zorginstelling kan zetten om een innovatie succesvol omarmt te krijgen. Dat zijn: faseren, inspraak, communicatie over noodzaak, laagdrempelige technische ondersteuning, tijd beschikbaar stellen, samenwer-kingsverbanden aangaan en verzilveren.
• Een andere uitkomst is dat een model gebouw is dat verklaart en voorspelt of een onder-nemingsraad zich wel of niet aan de wet zal houden. Waaruit blijkt dat een betere ver-standhouding tussen bestuur en ondernemingsraad er juist voor zorgt dat de wet minder goed gevolgd zal worden.
• De belangrijkste bepalingen in de WOR die toezien op innovatie, functioneren niet of nau-welijks in de praktijk. In het geval van het technologieadviesrecht, omdat die juridisch niet goed in elkaar steekt. In het geval van het instemmingsrecht personeelvolgsystemen om-dat de bepaling achterhaald is door de ontwikkeling van nieuwe technologie.
• Ik doe aanbevelingen die er op gericht zijn om deze problemen weg te nemen. Met name door bepalingen beter aan te laten sluiten bij de huidige praktijk en technologische ontwik-kelingen. Als die aanbevelingen worden overgenomen, zullen ondernemingsraden beter in staat zijn invloed uit te oefenen op technologische ontwikkeling.
De relatie tussen werk en technologie staat weer volop in de belangstelling door recente doorbra-ken in kunstmatige intelligentie, denk onder andere aan Chat-GPT. De beste manier om innovatie op het werk in goede banen te leiden, is uiteindelijk door werknemers goed bij het innovatiepro-ces te betrekken. In Nederland hebben we daar al een middel voor: namelijk de ondernemings-raad. De wet op ondernemingsraden (WOR) kent een aantal bepalingen die rechten geven met betrekking tot technologie, bijvoorbeeld een adviesrecht op het invoeren van nieuwe technologie. Het probleem is alleen dat die bepalingen uit 1998 komen of zelfs nog ouder zijn. Niemand is sinds-dien nagegaan of deze bepalingen wel werken, laat staan of aansluiten bij moderne technologie. Dit onderzoek doet dat wel. Daarbij is specifiek de verpleeghuissector onderzocht. Die staat er om bekend dat ze nu nog volop aan het innoveren zijn én zich relatief netjes aan de WOR houden. Als deze bepalingen kortom daar niet eens functioneren, dan functioneren ze nergens. Terwijl het goed functioneren van die bepalingen heel belangrijk is voor de relatie tussen werk en technologie vandaag en in de toekomst.
Onderzoeksvraag en methoden
‘Wat is de betekenis van de door de Wet op de ondernemingsraden aan ondernemingsraden toe-gekende rechten in technologische innovatieprocessen in de praktijk van de verpleeghuiszorg?’
Dit onderzoek valt onder de noemer ‘Empirical Legal Studies’. Dat wil zeggen dat een juridische vraagstelling, met (deels) sociaal wetenschappelijke methoden wordt beantwoord. De wet is in kaart gebracht door middel van juridische methoden, waaronder grootschalig jurisprudentieonder-zoek en archiefonderzoek. De praktijk van zowel de ondernemingsraad als het innovatieproces is in kaart gebracht met een serie interviews, die geanalyseerd zijn via een grounded theory aanpak. Vervolgens zijn die twee met elkaar vergeleken.
Resultaten
• Het is voor het slagen van het innovatie proces erg belangrijk om het personeel goed te be-trekken en aan te sluiten bij wat zij nodig hebben. Daarvoor kan het best direct met het personeel gecommuniceerd worden en is de ondernemingsraad dus niet perse nodig.
• De ondernemingsraad wordt wel vroegtijdig betrokken bij innovaties, maar dat is vooral om de verstandhouding tussen ondernemingsraad en bestuur goed te houden. Niet vanwege het slagen van de innovatie.
• Een van de uitkomsten van dit onderzoek is een model dat verklaart hoe innovatieproces-sen in de zorg tot stand komen en welke 7 stappen een zorginstelling kan zetten om een innovatie succesvol omarmt te krijgen. Dat zijn: faseren, inspraak, communicatie over noodzaak, laagdrempelige technische ondersteuning, tijd beschikbaar stellen, samenwer-kingsverbanden aangaan en verzilveren.
• Een andere uitkomst is dat een model gebouw is dat verklaart en voorspelt of een onder-nemingsraad zich wel of niet aan de wet zal houden. Waaruit blijkt dat een betere ver-standhouding tussen bestuur en ondernemingsraad er juist voor zorgt dat de wet minder goed gevolgd zal worden.
• De belangrijkste bepalingen in de WOR die toezien op innovatie, functioneren niet of nau-welijks in de praktijk. In het geval van het technologieadviesrecht, omdat die juridisch niet goed in elkaar steekt. In het geval van het instemmingsrecht personeelvolgsystemen om-dat de bepaling achterhaald is door de ontwikkeling van nieuwe technologie.
• Ik doe aanbevelingen die er op gericht zijn om deze problemen weg te nemen. Met name door bepalingen beter aan te laten sluiten bij de huidige praktijk en technologische ontwik-kelingen. Als die aanbevelingen worden overgenomen, zullen ondernemingsraden beter in staat zijn invloed uit te oefenen op technologische ontwikkeling.
Original language | Dutch |
---|---|
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 31 May 2023 |
Publication status | Published - 31 May 2023 |