Abstract
Onderzoeksvraag
De focus van het onderzoek ligt op het vergroten van kennis over de onderlinge samenhang van motorische en cognitieve stoornissen na een CVA, met als onderliggende vraag: kan meer kennis over de relatie tussen motorische en cognitieve stoornissen bijdragen aan het eerder herkennen van patiënten met cognitieve stoornissen?
Belang van het onderzoek
Een CVA is de op een na meest voorkomende oorzaak van overlijden. Zowel motorische als cognitieve beperkingen komen veel voor, zijn veelal blijvend en kunnen een negatieve invloed hebben op het persoonlijk en maatschappelijk functioneren, maar ook op de ervaren kwaliteit van leven. Het bevorderen van herstel na een CVA en het (h)erkennen van de beperkingen is dan ook belangrijk. Hierbij dient aandacht besteed te worden aan zowel de motorische als cognitieve gevolgen van een CVA. In de eerste periode na het doormaken van een CVA ligt de focus doorgaans op lichamelijk herstel en worden problemen in het cognitieve functioneren vaak (nog) niet herkend.
Onderzoeksmethode
Aan de hand van data van twee onderzoeksprotocollen (‘COMPlaints After Stroke’, COMPAS en ‘Motor and Cognitive Impairment after Stroke’, MoCIS) waarin CVA-patiënten twee jaar werden gevolgd werd de relatie tussen motorische en cognitieve stoornissen onderzocht en werd tevens bekeken of motorische stoornissen problemen in het cognitieve functioneren kunnen voorspellen.
Conclusie
Concluderend kan gesteld worden dat de methoden die momenteel in de dagelijkse praktijk gebruikt worden om zicht te krijgen op het cognitieve functioneren (door te vragen naar cognitieve klachten of het gebruik van beoordelingsschalen die een inschatting geven van de gevolgen van het CVA) onvoldoende zijn. Het huidige onderzoek toont een relatief consistent verband aan tussen motorisch en cognitief functioneren en geeft tevens aanwijzingen dat het motorisch functioneren het cognitief functioneren kan voorspellen.
Aanbevelingen
Geadviseerd wordt om kort na het doormaken van het CVA het motorische functioneren in kaart te brengen met objectieve taken en deze resultaten te gebruiken om CVA patiënten met cognitieve problemen eerder te herkennen, zodat de juiste zorg op tijd kan worden ingezet. Hierbij kan gedacht worden aan extra uitleg over de mogelijke cognitieve gevolgen van een CVA en het geven van tips en adviezen over hoe hier het best mee omgegaan kan worden.
De focus van het onderzoek ligt op het vergroten van kennis over de onderlinge samenhang van motorische en cognitieve stoornissen na een CVA, met als onderliggende vraag: kan meer kennis over de relatie tussen motorische en cognitieve stoornissen bijdragen aan het eerder herkennen van patiënten met cognitieve stoornissen?
Belang van het onderzoek
Een CVA is de op een na meest voorkomende oorzaak van overlijden. Zowel motorische als cognitieve beperkingen komen veel voor, zijn veelal blijvend en kunnen een negatieve invloed hebben op het persoonlijk en maatschappelijk functioneren, maar ook op de ervaren kwaliteit van leven. Het bevorderen van herstel na een CVA en het (h)erkennen van de beperkingen is dan ook belangrijk. Hierbij dient aandacht besteed te worden aan zowel de motorische als cognitieve gevolgen van een CVA. In de eerste periode na het doormaken van een CVA ligt de focus doorgaans op lichamelijk herstel en worden problemen in het cognitieve functioneren vaak (nog) niet herkend.
Onderzoeksmethode
Aan de hand van data van twee onderzoeksprotocollen (‘COMPlaints After Stroke’, COMPAS en ‘Motor and Cognitive Impairment after Stroke’, MoCIS) waarin CVA-patiënten twee jaar werden gevolgd werd de relatie tussen motorische en cognitieve stoornissen onderzocht en werd tevens bekeken of motorische stoornissen problemen in het cognitieve functioneren kunnen voorspellen.
Conclusie
Concluderend kan gesteld worden dat de methoden die momenteel in de dagelijkse praktijk gebruikt worden om zicht te krijgen op het cognitieve functioneren (door te vragen naar cognitieve klachten of het gebruik van beoordelingsschalen die een inschatting geven van de gevolgen van het CVA) onvoldoende zijn. Het huidige onderzoek toont een relatief consistent verband aan tussen motorisch en cognitief functioneren en geeft tevens aanwijzingen dat het motorisch functioneren het cognitief functioneren kan voorspellen.
Aanbevelingen
Geadviseerd wordt om kort na het doormaken van het CVA het motorische functioneren in kaart te brengen met objectieve taken en deze resultaten te gebruiken om CVA patiënten met cognitieve problemen eerder te herkennen, zodat de juiste zorg op tijd kan worden ingezet. Hierbij kan gedacht worden aan extra uitleg over de mogelijke cognitieve gevolgen van een CVA en het geven van tips en adviezen over hoe hier het best mee omgegaan kan worden.
Original language | English |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 12 May 2023 |
Place of Publication | s.l. |
Publisher | |
Print ISBNs | 978-94-6361-817-5 |
Publication status | Published - 12 May 2023 |