Abstract
Fijn stof. Veel bestuurders en projectontwikkelaars zullen het helemaal niet zo fijn vinden. Het blijft gemakkelijk om woordgrapjes te maken met deze toch lange tijd voor velen onbekende term uit het milieurecht. De Europese richtlijn waarin ter bescherming van de gezondheid grenswaarden voor fijn stof in de buitenlucht zijn vastgesteld is zeven jaar oud. Sinds de rechter ongeveer anderhalf jaar geleden besluiten begon te toetsen aan de wetgeving ter implementatie van deze richtlijn is iedereen doordrongen van alle facetten van de fijn stof problematiek; niet alleen van het feit dat het moeilijker is geworden om projecten die een negatieve bijdrage leveren aan de luchtkwaliteit uit te voeren zonder onderzoek te doen naar de te verwachten effecten, maar ook van de gezondheidsschade die door deze vorm van luchtverontreiniging wordt veroorzaakt. Volgens het RIVM wordt een scala aan gezond¬heidsproblemen toegeschreven aan blootstelling aan fijn stof in de buitenlucht (een toename van ziekenhuisspoedopnames voor hart- en luchtwegaandoeningen, luchtweg¬klachten en functiestoornissen), en overlijden jaarlijks in Nederland enige duizenden mensen vroegtijdig samenhangend met kortdurende blootstelling aan fijn stof. Over de effecten van langdurige blootstelling is nog niet veel bekend, maar de voortekenen zijn alarmerend. Uit recent onderzoek van het RIVM blijkt dat jaarlijks duizenden mensen ongeveer tien jaar eerder overlijden als gevolg van langdurige blootstelling aan fijn stof. Zeg maar elk jaar een à twee ¿9/11¿s¿ in Nederland. Daarmee zijn de chronische gezondheidseffecten van fijn stof groter dan die van alle andere gevaarlijke stoffen in het milieu, maar ook groter dan de gezondheids¬effec¬ten van verkeersongevallen. Het zijn dan ook gegevens van de Wereldgezondheidsor¬gani¬satie geweest die de basis vormden voor de Europese luchtkwaliteitsregelgeving; regelgeving die overigens op dit moment wordt herzien onder het EU-wetgevingsprogramma ¿CAFE¿ (Clean Air For Europe¿). Het blijft verbazingwekkend dat het in ons land soms de rechter is die de motor is achter politieke en maatschappelijke discussies over belangrijke onderwerpen als deze. Eerder zagen we precies hetzelfde mechanisme bij de Habitatrichtlijn. Hoewel de richtlijn stamt uit 1992 waren het de eerste rechterlijke uitspraken over de korenwolf in 1999 die zorgden voor een opnieuw tweeledig besef: het is moeilijker om `zo maar¿ besluiten te nemen die nadelig zijn voor bijzondere natuurwaarden, en ook hier: het gaat niet goed met de natuur in Nederland en actie is noodzakelijk. Terugkijkend moet worden geconcludeerd dat die actie ook is onder¬nomen: de wetgeving is op orde gebracht, gebieden zijn juridisch beschermd, en bestuurders en projectontwikkelaars in den lande weten drommels goed wat van hen wordt verwacht als beschermde natuurwaarden in het geding zijn. Met de luchtkwaliteit gaat het precies zo. Eindelijk zijn enkele steden begonnen met het maken en uitv
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 3-3 |
Number of pages | 1 |
Journal | Staatscourant |
Publication status | Published - 5 Jul 2006 |