Vruchtgebruik als instrument voor de financieringspraktijk: Een analyse van HR 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1331 en een verkenning van de mogelijkheden

Research output: Contribution to journalArticleScientificpeer-review

119 Downloads (Pure)

Abstract

In onderhavige bijdrage wordt het oordeel van de Hoge Raad in HR 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1331 aan een analyse onderworpen. In dit arrest staat het recht van vruchtgebruik centraal in het kader van een financieringsconstructie. Partijen hebben het recht van vruchtgebruik gevestigd op huurvorderingen met als doel hetgeen door inning van die vorderingen wordt ontvangen, toe te eigenen. De auteur oordeelt dat de Hoge Raad terecht tot de conclusie komt dat geen recht van vruchtgebruik tot stand komt, omdat het door partijen geschapen recht niet voldoet aan de wettelijke omschrijving van het recht van vruchtgebruik. Vervolgens bekijkt de auteur welke mogelijkheden het recht van vruchtgebruik dan wel had kunnen bieden aan de partijen. Daaruit blijkt dat ook de alternatieve constructies met het recht van vruchtgebruik verschillende obstakels meebrengen voor de financieringspraktijk. Een ‘klassieke’ cessie van de huurvorderingen lijkt vooralsnog de minst onzekere optie, ondanks dat ook de cessie welbekende beperkingen heeft.
Original languageDutch
Pages (from-to)1-12
Number of pages12
JournalNederlands Tijdschrift voor Handelsrecht
Volume2023
Issue number1
Publication statusPublished - 2023

Cite this